De nieuwe Nikola Tesla

Het had niet beter kunnen uitkomen. In het jaar waarin Nikola Tesla's (zie "Verbroedering rond Nikola Tesla") honderdvijftigste geboortejaar wordt gevierd, is een nieuwe Tesla opgestaan. Hij heet Marin Soljacic en vertoont opvallend veel gelijkenis met de oude Tesla. Net als Tesla vertrok hij op jonge leeftijd naar de Verenigde Staten en ook hij deed (vooralsnog op papier) een uitvinding die een even grote revolutie teweeg kan brengen als Tesla's ontdekkingen. Sterker nog, de vinding van Soljacic en diens collega's is gebaseerd op een idee van Nikola Tesla dat al een eeuw oud is, maar dat Tesla door geldgebrek nooit kon verwezenlijken: draadloze overdracht van elektriciteit. De elektriciteitsoverdracht is gebaseerd op de resonantie van elektromagnetische velden.
Hoe het werkt weet ik niet, maar veel belangrijker is dat computers, televisies, mobieltjes enzovoort in de toekomst wellicht draadloos gebruikt en opgeladen kunnen worden.

Verbroedering rond Nikola Tesla

Het jaar 2006 stond voor Kroatië en Servië in het teken van de geniale uitvinder Nikola Tesla (1856-1943) die 150 geleden werd geboren in het dorp Smiljan, dat nu in Kroatië ligt. Kroatië hoorde destijds bij het Oostenrijks-Hongaarse rijk en Tesla verwierf op 35-jarige leeftijd het Amerikaanse staatsburgerschap, maar dat staat zijn verering als groot Kroaat niet in de weg. Dat is wel eens anders geweest. Tesla werd namelijk geboren in een Servische familie die in Kroatië woonde. Dat verklaart waarom de Encyclopedia Britannica spreekt van een "Serbian-American inventor and researcher". Ook staat het Tesla Museum niet in Zagreb, maar in Belgrado. De Servische afkomst van Tesla leidde ertoe dat hij in de jaren negentig door de Kroatische autoriteiten werd gemarginaliseerd en het leger blies Tesla's standbeeld in Smiljan op. Het 150ste geboortejaar van de Servische Kroaat Tesla bood dus een mooie gelegenheid om officieel met de vijandschap tussen de twee volken af te rekenen.
In Smiljan werd een nieuw standbeeld onthuld en miljoenen euro's werden vrijgemaakt voor de restauratie van Tesla's geboortehuis en een museum. Aanwezig waren onder andere de Servische en Kroatische presidenten Boris Tadic en Stipe Mesic, de voorzitter van het Kroatische parlement Vladimir Seks en de Kroatische premier Ivo Sanader. Stuk voor stuk laafden ze zich aan de tolerantie die Tesla ("Ik ben trots op mijn Servische afkomst en op mijn Kroatische vaderland") altijd had uitgedragen. Mesic: "Kroatië wilde Tesla uit zijn geheugen wissen. Deze Serviër was trots op zijn Kroatische vaderland en Kroatië koos ervoor dat te negeren. Dat moet vandaag hardop worden gezegd omdat het de waarheid is." Tadic: "Serviërs en Kroaten hadden veel gedeelde glorieuze momenten in hun geschiedenis. Vandaag, aan het begin van de 21ste eeuw, accepteren we geen haat, geweld, etnische zuivering en leed." En hij citeerde Tesla: "Als jullie haat kon worden omgezet in elektrische energie, zouden complete steden worden verlicht". Als klapstuk werd een brief van Kroatische oorlogsveteranen voorgelezen waarin ze spijt betuigden over de vernieling van het standbeeld in de burgeroorlog. Toen ik in Belgrado was, heb ik het Tesla Museum bezocht. Per slot van rekening is Tesla een uitvinder die zich makkelijk met Edison kan meten, helaas behalve wat betreft zijn bekendheid onder het grote publiek. Die relatieve onbekendheid is als je over 's mans uitvindingen leest volkomen onbegrijpelijk.
Tesla slaagde er bijvoorbeeld als eerste in wisselstroom te genereren, bestuurde in al 1898 een bootje met een afstandsbediening, en liet op tientallen kilometers afstand 200 draadloze lampen ontbranden. Zijn genialiteit en voorstellingsvermogen waren zo groot dat veel tijdgenoten dachten dat hij in een fantasiewereld leefde. Zo studeerde hij op een communicatienetwerk waarmee afbeeldingen, berichten en dergelijke verstuurd konden worden en beweerde hij een soort laser te hebben uitgevonden waarmee op 400 kilometer afstand tienduizend vliegtuigen vernietigd konden worden. Zulke claims afdoen als onzin is in het geval van Tesla gevaarlijk, want na zijn dood zijn al diverse van zijn vermeend onrealistische ideeën in praktijk gebracht. Het museum in Belgrado bleek even bescheiden als Tesla's bekendheid. De jongen die aldaar een oogje in het zeil hield, deed speciaal voor mij de deur van het slot en het licht aan. In een ruimte zo groot als twee klaslokalen kun je uitvindingen van Tesla bewonderen. Helaas blijft de betekenis van zijn werk voor bezoekers zonder kennis van het Servisch en van techniek grotendeels in nevelen gehuld. Aardig is om te zien hoeveel aanzien Tesla genoot bij wereldberoemde tijdgenoten zoals Einstein en Kelvin. Hun brieven aan Tesla worden zorgvuldig bewaard.

De pot verwijt de ketel

Een paar weken geleden sprak president Mesic afkeurend over politici die begin jaren negentig Kroatiës Ustasa-verleden aangrepen om een eenheidsgevoel onder Kroaten te kweken (zie "Verheerlijking van het kwaad"). Omdat Mesic bekendstaat als anti-nationalist, had niemand verwacht dat hij (zonder het te willen) met die woorden ook zichzelf veroordeelde. Afgelopen zondag dook er namelijk een video op van een toespraak die Mesic begin jaren negentig hield in Oostenrijk voor de Kroatische gemeenschap aldaar. Uit die speech bleek dat Mesic destijds heel anders dacht over concentratiekamp Jasenovac en de Tweede Wereldoorlog dan vandaag. Zo zei hij dat geen enkele Kroaat zich hoefde te verontschuldigen voor Jasenovac en dat de oprichting van de (fascistische vazalstaat) Onafhankelijke Staat Kroatië in 1941 een overwinning voor Kroatië was. De opname van een halve minuut werd in alle journaals uitgezonden en een groot schandaal leek geboren. Maar dat viel erg mee. Op alle zenders - en vooral op staatszender HRT - werd namelijk een nieuwe, ellenlange videoboodschap van Mesic uitgezonden, waarin hij zijn uitspraken kon toelichten en afzwakken.
Mesic herinnerde zich het toespraakje totaal niet meer, maar hij kon het bestaan ervan niet ontkennen. Hij sloot niet uit dat hij zijn uitspraken had gedaan tegen de achtergrond van de strijd tegen de groot-Servische agenda van Slobodan Milosevic en dat hij daartoe was opgehitst door de leiding van Tudjmans HDZ waar hij toen nog bijhoorde. Waarom de video juist nu was opgedoken, wist ook Mesic niet, maar kon hij demagogisch uitleggen wie er achter deze vileine actie zat: iedereen weet namelijk dat de president voor democratie, voor toetreding tot Europa, voor de rechtstaat en tegen fascisme is. Diegenenen die de video openbaar hebben gemaakt, zijn overduidelijk tegen de president en dus ook tegen democratie, tegen Europa, tegen de rechtstaat. En omdat de meerderheid van de Kroaten Mesic tot president koos, zijn "diegenen" ook vijanden van alle Kroaten die een beter land willen. Mesic nam nog net niet het woord "volksvijanden" in de mond, maar het werd wel duidelijk dat hij goed thuis is in de communistische redeneertrant. Staatszender HRT nam onmiddellijk de rol aan die je van een zender in een communistische land verwacht: de journalisten die besloten hadden de nationalistische video van Mesic uit te zenden, werden (voor korte tijd) geschorst wegens "onprofessionaliteit". Vjesnik, toch de beste krant van Kroatië, drukte op pagina 2 de verdediging van Mesic integraal af. De storm is nog niet helemaal overgewaaid, want er gaan geruchten over meer video-opnamen met foute uitspraken van de president.

Vuurtje stoken in een natuurpark

Deze zomer waren we op een snikhete dag te gast bij een Finse vriendin in Kutina, een uurtje rijden van Zagreb. Kutina ligt aan de rand van natuurpark Lonsko Polje en we spraken af nogmaals naar Kutina te komen om het park te verkennen. Er ging wat tijd overheen, maar onlangs reden we dan toch voor de tweede maal naar Kutina. (We hingen lange tijd achter een Nederlandse bestelauto, met reclame voor een bedrijf dat houten speelgoed maakt.) Een vriend van een vriendin van een vriendin kende het park op zijn duimpje en we reden hem achterna de natuur tegemoet. Zonder gids heeft het geen zin om het park te bezoeken, want je zou het in de eerste plaats niet eens kunnen vinden. Over een onverharde weg kom je door een Roma-dorp waar kinderen vlak voor de neus van de auto levensgevaarlijke capriolen uithalen. Eenmaal buiten het dorp zie je een surrealistisch landschap voor je: een niemandsland vol geplette autowrakken, koelkasten en halfingestorte huizen. Als klap op de vuurpijl rijd je langs een dijk waarachter een gigantische hoeveelheid fosfor is opgeslagen. Na nog een tijd een weg vol kuilen te hebben gevolgd, reden we een bos in en stopten bij een picknickplaats, vlakbij een riviertje met bruin water. Langs de oever lagen wat gammele bootjes en op de kant stond een stokoude Mercedes.
Tijd voor een stevige lunch! Op aanwijzing van onze gids sprokkelden we hout om meegebrachte worsten (kobasice) en net gevangen vis te roosteren. Het is moeilijk voorstelbaar dat er veel huist in het bruine water, maar het is een waar vissersparadijs. Terwijl onze gids de maaltijd bereidde, bracht zijn vriend ons met een bootje naar zijn houten weekendhuisje (vikendica) aan de overkant. Daar werden we opgewacht door een groepje mannen op wier gezondheid we het tweede en derde bekertje rakija dronken. Van zoveel drank moet je naar het toilet (er was zelfs wc-papier).
Terug bij de gids lieten we ons de vis, worst en zelfgemaakte wijn goed smaken. Na de lunch stapten we weer in het bootje en voeren we over een kanaal dat in opdracht van Frans Jozef met blote handen was uitgediept ten behoeve van de scheepvaart. Als de sneeuw smelt, stijgt het waterpeil in Lonsko Polje met twee tot drie meter en is een veel groter deel bevaarbaar. De gids wees ons op de horizontale streep op de bast van veel bomen; tot zo hoog was het water dit voorjaar gekomen. Na nog een vikendica en een paar ziveli's (proost) togen we richting Krapje - een dorp langs de Sava waar we wegens het duister niets van hebben gezien - voor fis paprikas, een specialiteit uit Slavonië. De pittige paprikasoep met stukken riviervis smaakte goed, en de soep in het bijzonder.
Voorlopig heb ik het wel even gehad met riviervissen. Ze hebben nogal veel graat en hoe meer je ervan eet, hoe sterker je aan het modderige water moet denken waarin ze gedijen. Op de terugweg naar Kutina stopten we om linksaf te slaan, totdat onze gids een politiewagen zag en besloot rechtdoor te rijden. Dat vond de politie een vreemde manoeuvre en dus werden we staande gehouden voor een alcoholcontrole. Onze chauffeur kwam er goed vanaf, de gids minder. Gelukkig was er vlakbij een café waar we de schrik konden wegdrinken.

Verheerlijking van het kwaad

Vorige week werd in het concentratiekamp Jasenovac een museum en een eductiecentrum geopenend. Jasenovac was het grootste kamp dat door Kroatische fascisten (Ustase) werd gebouwd om Kroatië te reinigen van Serviërs, joden en zigeuners. Nota bene Italiaanse en Duitse troepen in de Balkan keken vol verbazing toe hoe meedogenloos de Ustase te werk gingen. Tijdens de opening van het museum zei president Mesic dat wie in Jasenovac rondkijkt niet kan begrijpen waarom sommige jongeren Ustase-symbolen dragen en het fascisme aanhangen. Hij bracht ook in herinnering dat, om eenheid te smeden onder de Kroaten, sommige politici in het begin van de jaren negentig koketteerden met de Kroatiës Ustasa-verleden. En dat gebeurt nog altijd.
Zagreb is vergeven van de graffiti en onderstaande symbolen kom je regelmatig tegen. De "U" staat voor de Ustase, soms met een katholiek kruisje erboven om orthodoxen angst aan te jagen: de Ustahe noemden Serviërs "Kroaten die het oosterse geloof aanhangen". Om de foto's te maken hoefde ik niet ver te lopen, want alle symbolen zijn op en rond het terrein van de Faculteit Filosofie te vinden.

Grote Vier

De voetbalcompetitie in Kroatië is het volgen niet waard. Behalve Dinamo Zagreb en Hajduk Split doet geen enkele van de tien overige clubs in de hoogste divisie echt mee om de landstitel. Het is wel eens grappig om op televisie een wedstrijd tussen bijvoorbeeld Medumorje en Varteks te zien: slecht gras en slecht voetbal, geen tribunes, een handvol supporters die achter een reclamebord staan. Maar spannend is het niet.
Omdat de competitie veel lijkt op die in Servië (daar maken Rode Ster en Partizan, beide uit Belgrado, de dienst uit) kwam Rode Ster-voorzitter Dragan Stojkovic al anderhalf jaar geleden met het plan om in Belgrado de Grote Vier tegen elkaar te laten spelen. Sindsdien is het plan regelmatig onderwerp van discussie. Dinamo ziet er wel wat in, Hajduk niet. De Hajduk-voorzitter wil wel een regionale competitie met clubs uit Oostenrijk, Slovenië, Hongarije enzovoort, maar herhaalt "voor de honderdste keer" geen zin te hebben in een "yu-liga". Kortom, leuk voetbal is nog heel ver weg.

Afgang in Amerika

Kroatiës grootste popster heet Severina. Op de Balkan is ze zo beroemd dat ze alleen met haar voornaam wordt aangeduid. Daarbuiten is Severina Vuckovic vooral bekend als deelneemster aan het Eurovisiesongfestival 2006 - ze werd dertiende - en om een uitgelekte seksvideo waarin ze de hoofdrol speelt. Voor een beetje ster is Kroatië al snel te klein en ook Severina besloot het in de Verenigde Staten en Canada te proberen. Daar wonen per slot van rekening tienduizenden ex-Joegoslaven die haar een warm onthaal zouden bezorgen. In 24Sata, het slechtste dagblad van Kroatië, konden we lezen hoe Severina als een "Hollywood diva" naar Atlanta reisde: de reis duurde 11 uur en koste 9.000 euro. In Atlanta werd ze opgehaald met een luxueuze Hummer die plaats bood aan een man of twintig. En daarmee hield het op, want al een paar dagen later zien we foto's van een humeurige Severina die met haar manager door een uitgewoonde wijk in Zagreb loopt. De tournee is namelijk enorm geflopt. In Atlanta werden slechts 50 kaarten verkocht en in Los Angeles maar 20. Volgens de organisator werd ze geboycot door de Kroatische diaspora: radiostations maakten geen reclame en er waren veel te weinig posters opgehangen. In Vancouver zou zelfs zijn gedreigd met een bomaanslag. De reden: het organiserende bedrijf wordt geleid door een Serviër. Bovendien zouden Severina's concerten plaatsvinden op neutraal terrein - dat wil zeggen: in zalen waar eerder ook Bosniërs en Serviërs optraden - en niet in speciale Kroatische clubs.

Muzikaal protest

Hladno pivo, Let 3, Blackout Project, Sajeta, Davorin Bogovic, Gustafi, Vjestice, Psihomodo pop. Met uitzondering van Hladno pivo had ik nog nooit van deze groepen gehoord, maar veel Kroaten kennen de teksten van hun nummers uit het hoofd. Op 21 november speelden ze allemaal op Trg bana Josipa Jelacica, net als tien jaar geleden toen zij muzikaal protesteerden tegen de autoritaire Kroatische president Tudjman. De aanleiding voor het concert op 21 november 1996 was de dreigende privatisering van de zender Radio 101 en de verkoop van het station aan een mediatycoon die nauwe banden had met het regime. Op die manier wilde Tudjman een einde maken aan de harde kritiek van Radio 101 op zijn persoon. Maar bovenstaande bands en ruim 100.000 burgers dachten daar anders over.
Het concert was de uitkomst van een proces dat al jaren eerder was begonnen en waarin de huidige president Stipe Mesic een hoofdrol speelde. Hij splitste zich met een aantal volgelingen in 1994 af van Tudjmans regerende HDZ (Kroatische Democratische Unie) uit onvrede over diens Bosnië-politiek en autoritaire gedrag. Mesic hoopte dat de HDZ zijn parlementaire meerderheid zou kwijtraken, maar dat gebeurde niet. Ondanks Tudjmans gesjoemel met districtsgrenzen hadden Mesic' nieuwe partij HND (Kroatische Onafhankelijke Democraten) en andere oppositiepartijen succes op lokaal niveau, zoals in Zagreb. Deze oppositie droeg een burgemeester voor, maar Tudjman weigerde die te erkennen waarop een lange politieke crisis in de hoofdstad volgde, met het Radio 101-concert als hoogtepunt. Vorige week traden alle bands die in 1996 meededen weer op, waaronder Let 3 (foto). Wie denkt: "Heeft die kerel op de foto nou een vis om z'n nek hangen?" heeft het trouwens goed gezien.

Vlaggenschip

Wat de Dacia was voor Roemenië en de Trabant voor Oost-Duitsland, was de Zastava voor Joegoslavië. Joegoslaven die in een Westerse auto reden en bijvoorbeeld een collega naar huis brachten, wisten precies of hun passagier eveneens een Westerse auto had of een Zastava. In het laatste geval gooiden ze namelijk ook de deur van een Opel of Renault met een rotsmak dicht. In Servië en Montenegro stikt het nog van de Zastava's, maar in Kroatië zie je ze steeds minder. Of beter gezegd: de Zastava neemt steeds minder deel aan het verkeer en brengt zijn laatste dagen door langs een stoeprand of in de achtertuin. Je Yugo of Zastava laten repareren werd na de oorlog lastig, want de fabriek staat in het Servische Krugujevac.
De voormalige industriële trots van Servië leidde de afgelopen twintig jaar een zieltogend bestaan. Een groot deel van de afzetmarkt viel na 1991 weg en de fabriek werd in 1999 zwaar gebombardeerd door de NAVO. Sindsdien probeert Zastava weer auto's te produceren, maar veel vaart zit er niet in. Het nieuwste model, de Zastava 10, wordt vooralsnog in Italië gemaakt, maar in 2007 zou deze namaak Fiat Punto in Kragujevac van de band moeten rollen. En sommige onderdelen zouden wel eens uit Kroatië kunnen komen. Zatava-directeur Zoran Bogdanovic was namelijk onlangs in Zagreb om te overleggen met Kroatische producenten van auto-onderdelen. "Lever aan Zastava in Servië en krijg betaald door Fiat uit Italië" was de kern van zijn boodschap.

In de kiem gesmoord

Al jaren keek ik er verlangend naar uit: goedkoop vliegen naar, van en in de Balkan. Dit jaar leek het budgetvliegen eindelijk echt van de grond te komen. De trams in Zagreb zijn beplakt met reclame voor Germanwings, waarmee je voor een paar tientjes naar Keulen, Stuttgart, Hamburg en Berlijn kunt vliegen, en Wizz Air onderhoudt sinds maart een verbinding tussen Zagreb en Londen. Daarnaast zijn er een paar goedkope vluchten van en naar Pula, Dubrovnik, Zadar en Split, maar die worden vooral in het zomerseizoen aangeboden. Als je in Zagreb woont en naar een ander land dan Duitsland of Engeland wilt, kun je het beste met de trein naar Boedapest reizen en daar vandaan vliegen. Even leek het erop dat je vanaf deze herfst ook Belgrado als uitvalsbasis kon gebruiken, want in Servië was Centavia begonnen met het aanbieden van goedkope vluchten. En meer dan dat: je zou zelfs van Zagreb naar Belgrado kunnen vliegen.
Helaas was Centavia geen lang leven beschoren. B92 meldde op vorige week dat het bedrijf wegens tegenwerking op allerlei fronten er de brui aan geeft. De Servische markt zou simpelweg nog niet klaar zijn voor gezonde concurrentie. Het buitenland werkte ook niet mee. Kroatië en Montenegro gaven Centavia geen toestemming om in Zagreb en Podgorica te landen wegens onopgeloste problemen met Servië. Dus wie naar Belgrado wil is nog altijd aangewezen op de Autoput bratstva i jedinstva (snelweg van Broederschap en Eenheid) of op de trein. Reistijd: 6 tot 7 uur. Afstand: 400 kilometer.

Boekenbeurs

Van 7 tot 11 november werd in Zagreb de jaarlijkse boekenbeurs gehouden. In twee hallen van de RAI van Zagreb (Zagrebacki velesajam) toonden Kroatische uitgevers hun nieuwste waar. Een informatiefolder deelt in het Engels mee dat "vermeld dient te worden dat INFO 2005 meer dan 80.000 bezoekers en aanzienlijke media-aandacht trok. Dit jaar verwachten we meer dan 100.000 bezoekers". Waarop de verwachting is gebaseerd dat dit jaar 25 procent meer bezoekers te boekenbeurs zullen aandoen, weet ik niet, maar ik vermoed dat het te maken heeft met de "besplatan ulaz" (gratis toegang) die de billboards beloven. De toegang was inderdaad gratis en het was druk, zelfs al om 11 uur.
Een vriendin van mij werkte als - ja, als wat? - in een uitgestorven stand waar drie apparaten van Tesla stonden opgesteld. Waarvoor de apparaten dienden, wist ze niet en begeleidende informatie ontbrak. Omdat haar stand niets had om te verkopen (Tesla's apparaten horen in een museum) hielp ze de uitbaatster van een belendende kraam met de verkoop van boeken.
De beloofde twintig uitgevers uit het buitenland kon ik niet vinden, op de vertegenwoordigingen uit Bosnië, Slovenië, Iran, Montenegro en Servië na, maar de Kroatische uitgevers lieten zich niet onbetuigd. Voor een klein land als Kroatië brachten ze veel nieuwe uitgaven en her en der werd zelfs gestunt met prijzen. Dat laatste in Kroatië niet echt gebruikelijk. Bijna alles, en vooral boeken, kost overal min of meer hetzelfde. Daarom kon het Kroatisch Encyclopedisch Woordenboek, dat was afgeprijsd van 600 naar 200 kuna, op warme belangstelling van studenten Kroatisch rekenen. Ik heb zelf ook een exemplaar aangeschaft, zo groot als een Rembrandtbijbel en vijf kilo zwaar. Daarnaast vond ik voor nog geen twee euro The capitalist revolution, altijd handig in een discussie met locals die soms fel tegen het kapitalisme zijn, behalve als het zich manifesteert als Westerse auto, goedkope supermarkt, low cost airline, snelle internetverbinding, hippe schoen, mobieltje, breedbeeldtelevisie...

Belgisch bier

In de supermarkt is het aanbod van buitenlands bier nog erg beperkt, maar Zagreb heeft sinds een paar weken wel een café waar uitsluitend Belgisch nat wordt geschonken. In café Hopdevil - gevestigd in het Branimir centar, niet ver van het Centraal Station - zijn 101 soorten Belgisch bier verkrijgbaar. Voor de aankleding van het café werd maar liefst tien ton Belgisch steen gebruikt dat met een speciaal transport naar Kroatië is gebracht. De muren worden gesierd door levensgrote kopieën van schilderijen uit de renaissance. Volgens de eigenaar, van orgine een Belg, is dit de best voorziene Belgische pub in heel Europa. Hoog tijd dus om poolshoogte te nemen. Helaas stond ik de eerste keer, in gezelschap van verwachtingsvolle vrienden die dit nieuws hadden gemist, voor een dichte deur. Toen ik zei dat in de krant stond "...opent binnenkort..." werd ik hartelijk uitgelachen. Na acht maanden Kroatië had ik inderdaad beter kunnen weten... Een paar weken later schreven drie verschillende kranten dat Zagreb een exclusieve Belgische pub rijk was en dat de opening was verricht door Milan Bandic, de burgemeester. ('t Zou me verbaasd hebben als het anders was geweest. Er gebeurt in Zagreb bijna niks zonder de aanwezigheid van president Mesic of premier Sanader.) Inmiddels ben ik twee keer met plezier in Hopdevil geweest, maar mijn stamcafé wordt het niet. Het is natuurlijk prettig een biertje te drinken dat je nergens anders kunt krijgen, maar de muziek staat te hard en echt comfortabel kun je er niet zitten. De 101 soorten bier moet je ruim opvatten: Westmalle, Westmalle Dubbel, Westmalle Tripel tellen als drie soorten. Exclusief is het zeker, want een biertje doet 3 tot 5 euro. De inwoners van Zagreb lijken er niet om te malen, want elke avond zit Hopdevil stampvol.

Shoppen in Graz

Wie op vakantie gaat naar Kroatië en denkt goedkoop van alles en nog wat mee naar huis te kunnen nemen, komt bedrogen uit. Wie de prijzen in de supermarkten ziet, kan maar moeilijk geloven dat de Kroaat gemiddeld 500 euro per maand verdient. Met name levensmiddelen zijn erg duur. Ook is Kroatië nog verstoken van veel internationale ketens, zodat je voor elektrische apparaten en kleding naar kleine winkels met grote prijzen moet. Bij busbedrijf Daltamacijaturist dachten ze daarom: als de ketens niet naar Kroatië komen, komen wij naar de ketens. Het bedrijf verzorgt voor ongeveer 11 euro (niet als enige overigens) op donderdag en zaterdag speciale winkeluitjes naar Graz in Oostenrijk.
Vanuit Zagreb bezien is Graz de eerste grote stad waar het kapitalisme al geruime tijd zijn zegenrijke werk doet, en waar je dus voor minder geld meer producten van een hogere kwaliteit kunt kopen. Anders gezegd: een Nederlander reist met een bus van vermoedelijk Duitse makelij van Zagreb naar Graz, dwars door Slovenië, om in een Zweedse winkel (IKEA) een braadpan te kopen die in China is vervaardigd. Om van dit staaltje globalisering te kunnen profiteren, moet je wel vroeg opstaan, want de bus vertrekt al om half zes 's ochtends van het busstation (Autobusni kolodvor). Op een paar stoelen na werden alle plaatsen bezet door vrouwen. Rond een uur of negen arriveerden we in Graz. De shoppingbus stopt bij drie verschillende winkelcentra en in het stadscentrum. Drie uur later maakt de bus een rondje langs alle haltes, zodat je een ander winkelcentrum kunt bezoeken en de aangeschafte spullen in de laadruimte kunt zetten. Afgaand op de plastic tassen waren vooral IKEA, H&M, Mediamarkt en Zara populair; stuk voor stuk ketens die geen vestiging in Kroatië hebben. Hoewel ik er niet als Kroaat uitzie, voelde ik me in toch een beetje als een Oost-Duitser die met grote ogen het aanbod in het Westen bekijkt. Zeker als je met een felblauwe IKEA-tas aan de rand van een grote parkeerplaats staat te wachten op een bus naar Zagreb, wil je alle Oostenrijkers toeschreeuwen dat je eigenlijk uit een normaal land komt en je geen flauw idee hebt hoe je tussen al die Kroaten verzeild bent geraakt.
Alle passagiers waren op tijd bij de halte aanwezig en onze bus vertrok tot vreugde van onze reisleidster als eerste. (Die dag reden er nog negen Kroatische bussen naar Graz.) Waarom zij blij was dat wij het Kroatische konvooi aanvoerden, werd me duidelijk toen zij ons de te verwachten rompslomp aan de grens tussen Kroatië en Slovenië uit de doeken deed. De douaniers zouden in de bus stappen en een ieder vragen zijn aankoopbonnen te tonen. De reisleidster waarschuwde ons dat het onverstandig was "Nemam nista" (Ik heb niks) tegen de douanier te zeggen omdat die zich, heel begrijpelijk, niet kan voorstellen dat een Kroaat met een speciale shoppingbus naar Oostenrijk reist om met lege handen terug te keren. Als we pech hadden, zouden we allemaal de bus moeten verlaten, onze aankopen uit de laadruimte moeten halen en deze aan de douanier laten zien. Bovendien is het niet slim een douanier, die in alle Balkanlanden vaak wordt aangenomen wegens zijn onvriendelijkheid, tegen je in het harnas te jagen. In de praktijk bleek het allemaal erg mee te vallen. Bij aankomst aan de grens lag onze bus nog steeds aan kop en de douaniers waren liever lui dan moe. Ze loerden wat in de laadruimte en hoefden onze paspoorten en aankoopbonnen niet te zien. Uit blijdschap over de snelle gang van zaken wond ik me niet op over het kapotte leeslampje boven mijn stoel, maar genoot ik van schaars verlichte dorpjes langs de donkere snelweg.

Nationaal Theater

Het antwoord op de vraag waarom de Kroatische steden langs de Adriatische Zee zoveel interessanter en mooier zijn dan die in het binnenland ligt besloten in de eeuwenlange overheersing van de kust door Venetië. Voor de steden in het binnenland geldt dat de aantrekkelijkheid ervan in hoge mate samenhangt met de hoeveelheid gebouwen die door de Oostenrijkers zijn neergezet. Omdat ik Venetiaan noch Oostenrijker ben, kan ik dat zonder spoor van chauvinisme zeggen. Ook voor veel architectonische blikvangers in Zagreb geldt dat ze door buitenlandse handen gebouwd dan wel ontworpen zijn.
Met name de Weense architect Herman Bolle heeft zijn sporen achtergelaten. Na de grote aardbeving van 1880, die een groot deel van Zagreb zwaar beschadigde, was hij betrokken bij de restauratie van talloze monumentale gebouwen. Wat nieuwbouw betreft is Bolle onder meer verantwoordelijk voor de ontzagwekkend grote ommuring van de begraafplaats Mirogoj en het zachtgeel gekleurde Museum voor Kunsten en Ambachten. Tegenover dit museum staat een ander geel gebouw, het Nationaal Theater, ontworpen door de Weense architecten Fellner en Helmer en officieel geopened door de Oostenrijkse keizer Franz Joseph I in 1895.
Een balletvoorstelling bood een goede gelegenheid het gebouw eens van binnen te bekijken. De voorstelling zelf was niet bepaald geweldig - tientallen ballerina's in zuurstokkleurige jurkjes hadden bijna drie uur nodig voor het verhaal van Doornroosje - maar het interieur van het theater overtrof de verwachtingen. Naast prachtige galerijen kun je er bustes van Kroaten bewonderen die actief zijn geweest in of voor het theater, zoals Miroslav Krleza. Het gebouw heeft diverse balkons, die een mooi uitzicht bieden over het plein dat nog altijd heet naar maarschalk Tito (Trg marsala Tita) en de daaraan gelegen culturele en universitaire instellingen.

Oostenrijk

Net over de Sloveens-Oostenrijkse grens is een Weinstrasse en als je toch al in Maribor bent, is Oostenrijk vlakbij. Hoewel Oostenrijk is geen enkel opzicht op Nederland lijkt, was het toch een beetje een thuiskomst: alle huizen zitten goed in de verf, het is duidelijk waar je wel en niet mag parkeren, het asfalt glimt en alle bezienswaardigheden worden met bordjes aangegeven. De route voert door een idyllisch landschap vol beekjes, dorpen, kerktorens. Een van die dorpjes is Ehrenhausen.
Van grote afstand zie je op een heuveltop groot gebouw liggen dat het houdt tussen een kasteel en een veel te grote villa. Het gebouw kan helaas niet bezichting kan worden, maar alleen het lezen van het waarschuwingsbord was al een groot genoegen - vooral omdat ik vermoed dat de eigenaar de tekst zonder enige ironie heeft bedoeld. Naast het kasteel bevindt zich een merkwaardig gebouw: een tempeltje met twee gigantische standbeelden ernaast. Wat het voorstelt weet ik nog niet, maar de standbeelden doen denken aan Teutoonse ridders. Wie in Ehrenhausen is, moet eigenlijk ook even naar Schloss Gamlitz. Voor een paar euro kun je authentieke gerechten uit Steiermarken proeven en kiezen uit een de kaart van de wijnmakerij die al bijna 900 jaar bestaat.

Maribor

De geografische ligging van Zagreb zorgt ervoor dat veel interessante steden uit omringende landen sneller te bereiken zijn dan de meeste Kroatische "parels" aan de kust. Weliswaar rijd je over de snelweg in een uur of twee van Zagreb naar de havenstad Rijeka, maar van Rijeka naar de toerische hotspots (Istrië, Dalmatië, en de vele eilanden) is nog een heel eind. Zeker in de zomer wordt de E65 alias Magistrala, die zo'n beetje langs de gehele Adriatische kust loopt, druk bereden door campers en caravans waardoor opschieten lastig is. Voor wie geen haast heeft, is het echter een magistrale route: meer dan duizend kilometer zuidwaarts, met direct aan de linkerhand de Dinarische Alpen en aan de rechterhand de Adriatische Zee.
Wie over deze weg rijdt, van Rijeka in het noorden naar Dubrovnik in het zuiden, komt driekwart tegen van alles wat Kroatië de moeite waard maakt. Bovendien kun je (nog altijd) zeggen dat je in Bosnië bent geweest, daar het zuidelijkste deel van Kroatië door een twintigtal kilometers Bosnische kust van de rest van het land wordt gescheiden. "Nog altijd", want vlak voor de Bosnische kust ligt het Kroatische schiereiland Peljesac van 65 kilometer lengte en dezer dagen bouwen de Kroaten aan een brug tussen het vasteland en Peljesac, zodat je in de toekomst via dit schiereiland Bosnië kunt omzeilen. Wijlen dr. Franjo Tudjman zou met genoegen bij de opening het lintje hebben doorgeknipt, maar ondertussen dolblij zijn dat er bij Dubrovnik al een brug naar hem vernoemd is. Het is immers nogal lullig om de naamgever te zijn van een brug die twee stukken Kroatië verbindt, terwijl de afspraak met Milosevic nu juist was om Bosnië in tweeën te hakken.
Het paasweekeinde was helaas te kort voor Peljesac, dus besloten we een auto te huren en naar het Sloveense Maribor te rijden. Het leek ons een goed idee te huren bij een internationaal opererend autoverhuurbedrijf (Europcar), maar helaas bleek dit bedrijf gedomesticeerd te zijn. Een onvriendelijk heerschap stond ons te woord op een toon alsof het belachelijk was dat wij de informatie op de Kroatische Europcar-website serieus hadden genomen. Nadat hij tegen een buitenlandse klant zei: "Hier tekenen! Er is niks aan de hand als de gegevens niet helemaal kloppen", leek het ons beter naar wat anders uit te kijken. Bij toeval zagen we een uithangbord van Auto Emilio. De Italiaanse naam boezemde me niet veel vertrouwen in, maar de verhuurafdeling bleek te worden gerund door een reuzeaardige vrouw die onwaarschijnlijk veel geduld had met ons gebrekkige Kroatisch. Om kort te gaan: we spraken af de volgende dag een handgeschakelde Opel te huren, of een Honda met automaat voor het geval de Opel niet op tijd door de vorige huurder zou worden ingeleverd. De volgende ochtend was de Opel natuurlijk in geen velden of wegen te bekennen, dus probeerde ik me uit alle macht te herinneren waar de letters P, N, R, D4, D3, enzovoort ook alweer voor stonden. Na wat gepruts onder toeziend oog van de verhuurmevrouw had ik het rijden met de automaat onder de knie en togen we richting Maribor. Diverse Kroaten hadden ons gewaarschuwd dat Maribor een typische industriestad was, maar dat viel erg mee.
Toegegeven, meestal is de tweede stad van een willekeurig land veel aantrekkelijker dan Maribor, maar vergeleken met veel Kroatische continentale stadjes steekt Maribor - vroeger bekend onder de naam Marburg an der Drau - gunstig af. De stadsdelen met industrie liggen aan de zuidzijde van de rivier de Drava; het oude centrum aan de noordzijde. Langs de rivier zijn diverse verdedigingstorens uit de 14de eeuw te zien. Je kunt langs het water voor een schappelijke prijs eten en drinken in een van de vele café-restaurants, want hoewel Slovenië een stuk welvarender is dan Kroatië zijn de prijzen in Maribor een stuk lager dan in Zagreb. Niet ver van de bogenbrug over de Drava, gebouwd in 1913, is de oudste wijnrank ter wereld te bewonderen. Ruim 400 jaar geleden werd de rank gepland en nog altijd levert hij genoeg druiven voor enkele tientallen liters wijn per jaar. Iets verderop langs de rivier begint de oude joodse wijk, waaraan nog flink wat opgeknapt moet worden. Zo staat er een fiks klooster uit de 13de eeuw op instorten evenals een synagoge. Net boven de rivier ligt het belangrijkste plein van de stad, Glavni trg, met groot momunent ter nagedachtenis aan een pestepidemie. Rondom het plein staan oude, voorname gebouwen. Nog verder naar het noorden bevindt zich het Slomskov trg met als blikvanger de Kathedraal van Johannes de Doper. Het plein alias park is omgeven met typisch Oostenrijkse gebouwen uit de 19de eeuw: een magnefiek postkantoor, het nationaal theater, de zetel van de universiteit enzovoort. Weer een ander plein, Grajski trg, biedt plaats aan het kasteel van Maribor. In het kasteel zou een alleraardigst museum gehuisvest zijn, maar door de gesloten deuren was niet meer te zien dan een rijk gedecoreerd trappenhuis. Ook het stadspark is zeker de moeite waard.
Wie op zoek is naar een oude radio, kan terecht in een gespecialiseerde winkel. Al met al: Maribor is een stuk mooier en interessanter dan Varazdin waar zoveel Kroaten trots op zijn. Het centrum is het socialisme redelijk ongeschonden doorgekomen en je kunt er makkelijk een paar uur rondwandelen.

Vlooienmarkt Hrelic

Wie in Zagreb te klein behuisd is, kan op de markt Hrelic zijn overtollige huisraad kwijt. Elke zondag is op de zuidelijke oever van de rivier Sava een grote vlooienmarkt, op een steenworp afstand van de stedelijke vuilstort. Eigenlijk zijn het drie markten: een voor auto's, een voor nieuwe kleding en schoenen, en een voor tweedehands spullen. De locatie is niet bepaald aantrekkelijk, wat eigenlijk voor heel Zagreb bezuiden de Sava geldt (Novi Zagreb). In sommige steden wordt een rivier als een verrijking gezien, als een handig transportmiddel of mooi om langs te wonen, maar hier zag men de Sava vooral als een vervelende onderbreking van het land. Een stuk of vier spuuglelijke bruggen overspannen het water, waarachter een soort mega-Bijlmermeer begint. Om op de markt te komen, moet je met tram 8 de Most Mladosti (Brug van de Jeugd) over en uitstappen bij het eindpunt (Zaprudje) of één halte eerder. Daarna hoef je slechts de enorme stoet auto's en voetgangers te volgen die zich langs de rivierdijk naar de markt beweegt.
Het is lastig te zeggen wat er precies te krijgen is op de markt, want het ligt er maar net aan waar iemand die dag vanaf wil. Auto-onderdelen zijn er altijd te koop, en dan met name die je in Nederland meestal bij een autosloperij haalt: bumpers, motordelen waarvan ik de naam niet ken, versnellingsbakken en -poken, schokdempers, handels waarmee je de ramen open en dicht kunt draaien, enzovoort. Verder kwam ik glaswerk tegen dat je normaalgesproken alleen in een scheikundig laberatorium vindt, een afleving van het Duitse jachttijdschrift Wild und Hund uit 1911, putdeksels, biografieën van Tito, elektrische apparaten zonder snoer, en bovenal een ongelofelijke hoeveelheid rotzooi.
Je vraagt je af waar mensen de energie vandaan halen om die troep elke week naar de markt te brengen, in het grind te leggen, en bij tegenvallende verkoop weer mee naar huis te nemen. Hoe dan ook, voor West-Europeanen is het een leuke attractie. Hrelic wemelt verder van de eettentjes, die er niet allemaal even betrouwbaar uitzien maar al om 10 uur 's ochtends stampvol zitten. Wij aten trouwens zonder gevolgen broodjes hamburger en cevapcici (gehaktballetjes met kruiden en ui) in de grote bruingeverfde schuur die vanaf elke plaats op de markt goed te zien is.
Mijn enige aankoop is een nieuw radiootje van Chinese makelij (met aanwijzingen in ondoorgrondelijk Engels op de verpakking) ter grootte van een mobiele telefoon voor 4 euro, inclusief batterijen van het merk Sqmy die worden gemaakt door het bedrijf Yiwu Jin Ling Battery Co., Ltd. Dat ze na paar uur al leeg waren, verbaasde me op de een of andere manier niet. Het radiootje zelf werkt daarentegen voortreffelijk.

Samoborsko Gorje

Het gebied ten westen van Zagreb, tot aan de Sloveense grens, staat bekend als Samoborsko Gorje (de bergen van Samobor). Met bus vol internationale studenten toog ik richting de Sloveense grens om een wandeling te maken in een van de natuurreservaten (vanuit Slovenië geredeneerd het uiterste zuidwesten). Aldaar werden we rondgeleid door een bioloog die ook op de hoogte was van de vroegste geschiedenis van het gebied. Hij nam ons mee naar de tientallen grafheuvels die duidelijk zichtbaar zijn in het landschap en wees ons op andere sporen van bewoning, zoals grotten die al duizenden jaren in tijden van oorlog als schuilplaats worden gebruikt; voor het laatst in de Tweede Wereldoorlog. Bij een eventuele volgende oorlog zijn de grotten waarschijnlijk niet nodig, want de bevolking van de dorpjes in het reservaat neemt al lange tijd dramatisch af. In een van de dorpen staat een piepklein enthografisch museum dat door een non wordt gerund. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er niet veel valt te zien, onder meer omdat het oorspronkelijke museum in de Tweede Wereldoorlog is afgebrand. De tentoonstelling bestaat uit wat potten en pannen, werktuigen, en poppen die de lokale klederdracht dragen. Leuker is het om wandelingen te maken en onverwacht een waterval tegen te komen, in een grot te loeren, of de bijzondere plantengroei in eeuwenoude poelen te bewonderen.

Varazdin

In bijna alle opzichten wordt Kroatië gedomineerd door Zagreb. Bijna een op de vijf Kroaten woont in de hoofdstad en vrijwel alle belangrijke politieke en culturele instellingen zijn er gevestigd. De tweede stad van het land, Split, is met 190 duizend inwoners vier tot vijf keer kleiner dan Zagreb. De enige andere stad met meer dan 100 duizend inwoners is Rijeka. De tiende en meest noordelijke stad van het land is Varazdin, ter grootte van Middelburg. Van de continentale steden is Varazdin een van de interessantste. De blikvanger van Varazdin is het vriendelijk ogende kasteel, dat nu onderdak biedt aan het Stadsmuseum. In de afgelopen vijfhonderd jaar is het kasteel een aantal malen ingrijpend verbouwd, en alleen de grijze vestingmuur links op de foto herinnert aan het oorspronkelijke ontwerp.
Op een steenworp afstand ligt het Tomislav-plein (Trg Kralja Tomislava). Aan dit plein staat onder andere het Draskovic-paleis, dat van 1756-1776 fungeerde als parlementsgebouw. Het wapen van deze familie Draskovic is terug te vinden in het prachtige altaar van de kathedraal van de Hemelvaart van de Gezegende Maagd Maria (Uznesenja Blazene Djevice Marije). Voor de andere kerken in Varazdin geldt wat voor de kathedraal geldt: klein, maar rijkelijk versierd.
Op een kwartier afstand van Varazdin ligt Varazdinske Toplice, een dorp dat bekend is om zijn zwavelhoudende warmwaterbronnen. Al in de derde eeuw voor Christus gebruikten de Romeinen deze plaats als kuuroord. Hoewel de bronnen door plunderingen en aardverschuivingen in onbruik raakten, is Toplice tegenwoordig weer een bekend kuuroord. Bij de bouw van het huidige kuurcomplex stuitte men op Romeinse restanten die het Archeologisch Museum annex toeristenbureau bekeken kunnen worden. Vlakbij het museum is een afgraving waar de archeologische vondsten vandaan komen.
Varazdin is vanaf Zagreb met de bus in een uur en drie kwartier bereikbaar. De keuze om bijvoorbeeld de bus van 8 uur 's ochtend te nemen, is ook een keuze voor een bepaalde busmaatschappij. Als je een retourtje koopt, moet je voor de terugreis in principe wachten op een bus van diezelfde maatschappij en dat kan uren duren want er is geen dienstregeling met vaste intervallen. Soms komen er twee bussen in een uur; dan weer twee uur niets. In de praktijk, bleek ons, doet de conducteur (die heb je hier ook in de streekbus) niet moeilijk als je met een kaartje van de "verkeerde" maatschappij instapt.

Kroatisch Historisch Museum en Stadsmuseum

Talloze straten, pleinen en parken in Zagreb zijn vernoemd naar vooraanstaande figuren uit de Kroatische kunst, cultuur, politiek en wetenschap. Een bezoek aan het Kroatisch Historisch Museum (Hrvatski Povijesni Muzej) om erachter te komen wie wat voor Kroatië heeft betekend, leek daarom een goede gedachte. Samen met twee andere geïnteresseerden in de geschiedenis van dit land betrad ik het museum, dat in een paleis uit de achttiende eeuw is gevestigd. 's Weekends zijn de meeste musea in Zagreb slechts van 10.00 tot 13.00 uur open, en we vroegen ons af of het zou lukken om de hele collectie in een paar uur te zien. Discussies op de Balkan over welk volk recht heeft op welk stuk land gaan niet zelden terug tot de zesde eeuw, toen de oprukkende Slaven de Illyriërs onder de voet liepen. De Illyriërs hadden zich ondanks voortdurende aanvallen van buitenaf ruim 1500 jaar op de Balkan weten te handhaven, eerst als een verzameling van grotere en kleine koninkrijken en vanaf ongeveer de tweede eeuw voor Christus als onderdeel van het Romeinse rijk. De Slaven slaagden er echter in de Illyrische taal en cultuur in het grootste deel van de Balkan te verdringen. Slechts de Albanezen wisten aan de Slavische overheersing te ontsnappen, waardoor zij vaak als afstammelingen van de oude Illyriërs worden beschouwd. Hun taal vormt dan ook een aparte tak van de Indo-Europese taalfamilie, en is niet verwant aan een andere moderne taal. De Kroaten die van de Hongaarse overheersing afwilden en één staat voor alle Zuid-Slaven nastreefden, verenigden zich in 1830 vreemd genoeg onder de naam "Illyrische beweging". Hoe dan ook, 1848 leek een goed jaar voor de Illyrianisten. De nationalistische revolutie in Hongarije joeg de Oostenrijkers schrik aan en zij drukten samen met de Kroaten, die werden aangevoerd door de Illyrianist Josip Jelacic (zie foto), de Hongaarse opstand de kop in. De Zuid-Slavische staat kwam met deze overwinning echter geen stap dichterbij, want daarna kwamen de bevelen uit simpelweg Wenen in plaats van uit Boedapest - tot 1867, toen als gevolg van de "Ausgleich" het continentale deel van Kroatië weer door Hongarije werd bestuurd. Kortom, genoeg materiaal voor een museum, zeker omdat Kroatië, voordat het in 1991 echt onafhankelijk werd als Republiek Kroatië, nog diverse andere namen heeft gedragen: Koninkrijk van Serven, Kroaten en Slovenen (1918-1929), Koninkrijk Joegoslavië (1929-1941), Onafhankelijke Staat Kroatië (1941-1945), Socialistische Federale Republiek Joegoslavië (1945-1991).
Voordat we tegen betaling van 5 kuna (70 eurocent) het pad van Kroatiës geschiedenis konden gaan volgen, was er een klein oponthoud in de vorm van een tentoonstelling over een kasteelruïne in de buurt van Osijek, Grad Ruzica genaamd. We beenden snel door de twee zaaltjes die daaraan waren gewijd. Omdat de permanente tentoonstelling niet zo gauw konden vinden, vroegen we aan de balie waar deze zich bevond. De baliemedewerkers hadden het toch niet druk, want getalsmatig waren zij even groot als het totaal aantal museumbezoekers (drie). Een impressie van het gesprek dat wij in ons beste Kroatisch voerden:
- "Goedendag. Wij zijn op zoek naar de collectie Kroatische geschiedenis."
- "Die bevindt zich hier."
- "Mooi! Kunt u ons wijzen waar we heen moeten?"
- "Hier rechtdoor"
- "Daar zijn wij net geweest. Daar is de tentoonstelling over het kasteel. Wij zoeken de echte collectie, de permanente tentoonstelling."
- "Er is geen permanente tentoonstelling. De tentoonstelling over Grad Ruzica is alles wat er is."
De medewerkers, die ons overigens zeer vriendelijk te woord stonden, wezen naar een computer:
- "Daar vindt u alles over onze collectie."
Wij raadpleegden de computer en zagen dat het Kroatisch Historisch Museum tientallen vlaggen in bezit heeft, evenals onafhankelijkheidsverklaringen, religieuze documenten, schilderijen van belangrijke Kroaten, enzovoort. Bovendien blijkt het Kroatisch Historisch Museum te zijn gefuseerd met het Museum voor de Revolutie en het Museum voor de Nationale Kroatische Geschiedenis, wat tot een flinke uitbreiding van de collectie moet hebben geleid.
- "Hier staat dat uw museum tientallen vlaggen heeft. Kunnen we die zien?"
- "Nee, helaas niet. Alles ligt in het depot. Zoals we zeiden: er is geen permanente tentoonstelling. We hebben wel deze catalogus van vlaggen."
Uit een kast werd een aantal boeken gehaald die alle twijfels wegnamen over de veelzijdigheid van de collectie in het depot, maar de medewerkers hebben inmiddels wel in de gaten dat dit niet echt is waarvoor we gekomen zijn. Ze raden ons aan het Stadsmuseum (Muzej grada Zagreba) te bezoeken, dat op een steenworp afstand ligt.
Dat was geen slecht advies. In twee uur wandel je door de geschiedenis van Zagreb: van de oudste prehistorische vondsten tot het bezoek van Paus Johannes Paulus aan de stad in 1994. Natuurlijk, vergeleken met het Amsterdams Historisch Museum vallen de meeste stadsmusea tegen, maar afgezet tegen Kroatisch Historisch Museum was het een verademing. Bovendien, zo bleek, telde Zagreb aan het einde van de negentiende eeuw niet meer dan 30.000 inwoners en voor een stad van zo'n beperkte omvang heeft het een alleszins interessante geschiedenis. In de daaropvolgende vijftig jaar vertienvoudigde de bevolking maar liefst, waarna zij tussen 1945 en begin jaren zeventig verdubbelde tot ruim 600.000 inwoners. Met die kennis kijk je toch anders naar de eentonige hoogbouw die grote delen van Zagreb bepaalt.
De belangrijkste algemene informatie wordt in het Kroatisch, Duits en Engels gegeven; de informatie bij de afzonderlijke objecten is alleen in het Kroatisch. De teneur van de berichtgeving over de Tweede Wereldoorlog is gezien Kroatiës rol daarin altijd interessant, maar ook in dit opzicht valt het museum mee. De wandaden van de Ustase worden niet bepaald breed uitgemeten, maar een ouderwetse radio die zowel een toespraak van Adolf Hitler als Ante Pavelic laat horen kom je ook niet elke dag tegen. Kortom, wie iets van de geschiedenis van Kroatië of Zagreb wil weten, kan het Kroatisch Historisch Museum overslaan en beter een bezoek brengen aan het Stadsmuseum.

Begraafplaats Mirogoj

Een van de mooiste openbare ruimtes in Zagreb is de begraafplaats Mirogoj, ontworpen door de achitect Herman Bolle. Eigenlijk is Mirogoj meer dan dat: het is een park, een openluchtmuseum van de moderne Kroatische geschiedenis, een beeldentuin en een begraafplaats tegelijk. Zo'n beetje iedereen die ertoe deed in de Kroatische politiek en cultuur van de afgelopen eeuw ligt hier begraven.
Wie vanaf Trg Bana J. Jelicica tram 8 of 14 richting Mihaljevac neemt, bij de vierde halte (Gupceva zvijezda) uitstapt en een minuut of tien de Mirogojska cesta volgt, ziet vanzelf aan zijn rechterhand een enorme muur met groene koepels opdoemen. Vlakbij de hoofdingang, aan de buitenkant van de begraafplaats, staan stalletjes waar kaarsen, bloemen, kransen, en alles wat men verder op graven pleegt te zetten, gekocht kunnen worden. De hoofdingang wordt gevormd door een soort Griekse portaal die in de muur is gebouwd, met direct daarachter een kerk. Aan de buitenmuur van de kerk is een buste van Bolle bevestigd. Hij begon in 1879 met de bouw die tot 1929 zou duren; tevens het jaar van zijn overlijden. De binnenzijde van de muur is in feite een gigantische galerij met de grafmonumenten van de belangrijkste Kroaten. Veel graven zijn versierd met beelden, lantaarns, inscripties, enzovoort.
Helaas kon ik geen nergens een informatiepunt vinden of een plattegrond, zodat ik bijvoorbeeld het graf van de politicus Stjepan Radic (die in 1928 tijdens een parlementszitting in Belgrado werd neergeschoten en kort daarna aan de verwondingen overleed) of de schrijver Miroslav Krleza niet heb gezien. Ernaar zoeken is vanwege de enorme omvang van Mirogoj zo goed als zinloos. Naar sommige graven en monumenten hoef je niet te zoeken omdat ze dominant aanwezig zijn, zoals het graf van oud-president Tudjman (zie "Tudjman en Milosevic"). Bij diens graf begint een breed pad dat het kerkhof in tweeën deelt.
Halverwege staat een groot kruisbeeld en aan het einde een monument voor de Kroatische soldaten die in de Eerste Wereldoorlog gesneuveld zijn. Formeel maakte Kroatië tijdens die oorlog nog deel uit van het Habsburgse rijk, wat slecht uitkwam omdat de Dubbelmonarchie een van de aanstichters van de oorlog was. Italië was in 1915 door de geallieerden de oorlog ingelokt met de belofte dat het na afloop een fikse hap uit het Adriatische gedeelte van het Habsburgse rijk, alias Kroatië, mocht nemen. Na eeuwenlange overheersing door de Habsburgers hadden de Kroaten weinig zin in Italiaanse bemoeienis, en dus drongen zij bij de geallieerden aan op één staat voor de Zuid-Slaven: het Koninkrijk van Serven, Kroaten en Slovenen. Servië, dat toen al geruime tijd zelfstandig was maar allang een Zuid-Slavische staat nastreefde, werd geregeerd door koning Peter I, die in 1918 tevens koning van de Kroaten en Slovenen werd.
De liberale Peter I - hij vertaalde al in 1868 John Stuart Mills On Liberty in het Servisch - werd door zijn hoge leeftijd en slechte gezondheid ertoe gedwongen zijn zoon Alexander I tot regent van het nieuwe, grotere koninkrijk te benoemen. Drie jaar later, in 1921, promoveerde Alexander I wegens het overlijden van zijn vader van regent tot koning. Onder zijn bewind staken tal van problemen de kop op, waaronder de moord op het Kroatische parlementslid Stjepan Radic. Als reactie op deze moord trokken de Kroatische afgevaardigden zich terug uit het parlement, waarop een politiek patstelling ontstond. Uit onvrede over deze politieke verlamming vestigde Alexander in 1929 een koninklijke dictatuur. Omdat hij schoon genoeg had van de etnische twisten verruilde hij het Koninkrijk van de Serven, Kroaten en Slovenen voor Joegoslavië (jug = zuid). Dat zette kwaad bloed bij veel Kroaten, en in 1934 werd Alexander in Parijs vermoord door een lid van de Kroatische terroristische organisatie Ustasa. De Ustase (rebellen, opstandeling) streefden een onafhankelijk Kroatië na en lieten zich inspireren door het Italiaanse fascisme. Het kwam hun goed uit dat de Duitsers en Italianen in 1941 Joegoslavië binnenvielen en opdeelden. De leider van de Ustase, Ante Pavelic, werd het hoofd van de Onafhankelijke Staat Kroatië en leidde een meedogenloze uitroeiingscampagne tegen voornamelijk Serviërs, en daarnaast tegen joden, zigeuners en antifascistische Kroaten, waarvan het vernietigingskamp Jasenovac een berucht symbool is geworden. Pavelic' doel was om een derde van de Serviërs uit te roeien, een derde te verdrijven, en een derde tot het katholicisme te bekeren. Nota bene Hitler zelf had grote twijfels aan de haalbaarheid van dit plan, waarvan uiteindelijk alleen het eerste deel is uitgevoerd en wel op zo'n manier dat de Duitse leiding in Kroatië rapporten stuurde naar Berlijn waarin ze hun verbijstering tonen over de ongelofelijk wreedheden van de Ustase. Hoeveel mensen er precies in Jasenovac zijn vermoord, is nooit vast komen te staan. De schattingen lopen uiteen van 300.000 tot 800.000, maar de meeste niet-Servische en niet-Kroatische historici houden het op een half miljoen slachtoffers. Dr. Franjo Tudjman - naast Kroatiës eerste president ook historicus - kwam echter met berekingen waaruit bleek dat in Jasenov slechts 30.000 tot 60.000 mensen waren omgekomen. Ook stelde hij het aantal joodse Holocaust-slachtoffers naar beneden bij tot minder dan een miljoen. Het gescherm met aantallen heeft op de Balkan altijd een politieke betekenis en dat geldt zeker ook voor de doden die gevallen zijn tijdens de Bleiberg-slachting.
Toen de Onafhankelijk Staat Kroatië instortte, sloegen veel Ustase en Kroatische burgers op de vlucht voor de naderende partizanen van Jozip Broz Tito. Die namen in mei 1945, voornamelijk op Sloveens grondgebied, wraak voor de wandaden van de Ustase; vaak zonder te vragen of je bij de Ustase gezeten had. De grootste slachting had plaats bij Bleiburg, een Oostenrijks-Sloveens grensdorp. De schattingen van het aantal doden loopt uiteen van 50.000 tot 200.000. Meestal komt het gemiddelde het dichtst bij de werkelijkheid. Schuin achter het Bleiburg-monument ligt een veldje dat is gewijd aan Duitse soldaten die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen. Eigenlijk is het veldje een massagraf, want op het handjevol grafstenen staan honderden namen.

Gratis naar de film

Omdat sommige medestudenten uit Finland komen en Tuskanac deze week eigentijdse Finse films draait, zijn we naar "The Best Mum" gegaan. Zowel de bioscoop als de film overtrof de verwachtingen. Tuskanac staat op loopafstand van Trg Bana J. Jelicica en heeft erg comfortabele stoelen. De voorstellingen zijn gratis, maar je moet aan de kassa wel even een kaartje halen. Op het doek loopt een Engelse ondertiteling mee. Daaronder hangt een klein scherm waarop de Kroatische ondertitels verschijnen. Prettig en professioneel.
"The Best Mum" is een hartverscheurend drama uit 2005 over een Fins jongetje, Eero geheten, van ongeveer tien jaar dat tijdens de Tweede Wereldoorlog door zijn moeder naar Zweden wordt gestuurd uit angst voor de dreigende Russische inval. Zijn vader is als soldaat gesneuveld. Hij komt terecht in een Zweeds gastgezin, maar het botert niet echt tussen Eero en zijn tijdelijke moeder Signe. Zij is verbitterd door de verdrinkingsdood van haar dochtertje en had gehoopt op een Fins meisje dat de plaats van haar dochtertje had kunnen innemen. Ze botviert haar teleurstelling op Eero, die een paar keer tevergeefs probeert terug te reizen naar Finland. Na verloop van tijd verbetert de verstandhouding tussen Eero en Signe en begint hij zich thuis te voelen in het gastgezin. Ondertussen gebruikt zijn Finse moeder haar vrijheid om diverse relaties te beginnen. Zij is niet geïnteresseerd in de terugkeer van haar zoon - totdat ze door haar zoveelste vriend in de steek wordt gelaten en de oorlog afgelopen is. Zij eist dat Eero terugkomt naar Finland, waarmee zij het Zweedse gezin uiteenscheurt.

Tudjman en Milosevic

Nu we weten hoe de Servische oud-president Slobodan Milosevic erbij ligt in zijn geboorteplaats Pozarevac, leek het me aardig het graf van Franjo Tudjman te bezoeken, die in 1999 zijn laatste adem uitblies en onder massale belangstelling van de bevolking werd begraven. Zou Tudjman nog hebben geleefd, dan was er een goede kans dat hij zijn dagen nu in een Scheveningse cel sleet. Wat zijn rol in de Joegoslavische burgeroorlog was, is nog niet zo nauwkeurig onderzocht als die van Milosevic, maar zijn "afspraak" met Milosevic over de splitsing van Bosnië in een Servisch en Kroatisch deel geeft te denken.
Ook Tudjmans opmerking dat zijn vrouw "gelukkig geen jood of Serviër is" en de herintroductie van de kuna als de Kroatische munteenheid maakt het moeilijk veel sympathie voor de man te hebben. De kuna was namelijk tijdens de Tweede Wereldoorlog het wettige betaalmiddel in de door de fascisten (Ustase) geregeerde Onafhankelijk Staat Kroatië (Nezavisna Drzava Hrvatska). Veel Kroaten herinneren zich Tudjman echter vooral als de man die in 1995, samen met de inmiddels in Scheveningen verblijvende generaal Ante Gotovina, erin slaagde zowel de Servische (para)militairen als de meeste Servische burgers uit Kroatië te verdrijven.
Tudjman ligt niet in een praalgraf, maar vergeleken met het eenvoudige graf van Milosevic onder een lindeboom ligt hij er groots bij. Voor de bezoeker van de begraafplaats is het graf van Tudjman niet te missen, want het ligt pal achter de kerk die de entree domineert. Het opschrift luidt: "De eerste president van de Republiek Kroatië". Elders op de steen staat een citaat van Tudjman: "Altijd en alles voor Kroatië, maar ons enige en eeuwige Kroatië om niet".

Medvednica

Gisteren zijn we met een groepje naar het gebergte en natuurpark Medvednica geweest, vlak ten noorden van Zagreb, waarvan Sljeme met 1033 meter de hoogte top is. Voor anderhalve euro kun je een retourtje met de kabelbaan naar Sljeme kopen.
Na 25 minuten sta je dan aan de top, waar volop wordt geskied. 's Zomers schijn je in Medvednica schitterende wandelingen te kunnen maken, maar in de winter is er voor niet-skiërs niet zo vreselijk veel zoeken, want zonder ski's de hellingen verkennen is ondoenlijk. Met het bezoeken van de diverse middeleeuwse versterkingen wacht ik daarom tot het voorjaar. Vanaf Sljeme is van de stad niet veel te zien, maar het uitzicht over de noordelijke uitlopers van Medvednica is de moeite waard.

Straatbeeld

In Zagreb bepalen een aantal zaken het straatbeeld die de doorsnee Nederlander onmiddellijk opvallen.

Kiosken. Op elke straathoek en bij elke tram- of bushalte staat ten minste één kiosk; bij de drukkere tramhaltes staan er soms drie naast elkaar. Ze verkopen allemaal dezelfde kranten en tijdschriften, dezelfde sigaretten, dezelfde batterijen, dezelfde prepaidkaarten en hetzelfde snoep. Ze verschillen alleen in het humeur van de verkoopster. Zeker de helft van de mensen die achter een kassa, loket of balie werkt, is ronduit chagrijnig. Ik begrijp dat het niet eenvoudig is om van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat tegen je klanten te glimlachen in je winkeltje van een paar vierkante meter, maar geef mij niet de indruk dat ik geluk heb om iets van je te mogen kopen. Dan ga ik wel naar het volgende winkeltje.

Bakkerijen. Hiervoor geldt in grote lijnen hetzelfde als voor de kiosken. Daarnaast onderscheiden ze zich door de hoeveelheid gesmolten kaas op een warm broodje.

Pinautomaten. Als de hoeveelheid pinautomaten een graadmeter was van de nationale welvaart, dan was Kroatië een steenrijk land. Zagreb is ervan vergeven. Wie pint bij de Zagrebacka Banka ontvangt trouwens eerst zijn geld en krijgt pas daarna zijn bankpas terug. Wie gewend is aan de omgekeerde volgorde, zoals ik, loopt gedachteloos weg met zijn stapeltje kunabiljetten en zonder zijn bankpas. Gelukkig was de volgende klant zo attent mij achterna te hollen. Sinds dat akkefietje mijd ik uit voorzorg de automaten van de hoofdstedelijke bank.

Tramhaltes. Zagreb beschikt over een uitgebreid tramnetwerk en je hoeft overdag nooit lang op een tram te wachten, al was het maar omdat er flink wat overlap in de lijnen zit. Misschien overdrijf ik als ik zeg dat er elke honderd meter een halte is, maar veel zal het niet schelen.
Na middernacht ben je aangewezen op de vier nachtlijnen of op de bus. Voor minder dan 8 euro kun je een maandkaart voor de tram kopen. Die aanschaf is in een mum van tijd terugverdiend, want een los tramkaartje kost bijna 1 euro. Vervelend is dat de trambaan vaak ook een rijstrook voor het autoverkeer is, waardoor je in sommige delen van de stad bij erg slecht weer of grote drukte alsnog in de file staat. Wie niet bekend is in Zagreb kan maar beter voorin de tram gaan zitten, want de haltenaam staat steevast op een witte zuil aan het uiterste einde van de halte en wordt om onduidelijke redenen niet in de wachthokjes vermeld. Overigens is het niet uitzonderlijk als ook de witte zuil met de haltenaam ontbreekt en er slechts een blauw bordje met de woorden "Stajaliste tramvaja" aan een lantarenpaal is bevestigd. Een dienstregeling bestaat hier niet: er wordt alleen gemeld dat bijvoorbeeld lijn 11 tussen 04.45 en 23.18 elke 5 tot 16 minuten komt.

Supermarkten alias Konzums. Zagreb telt een waanzinnig groot aantal vestigingen van de Konzum-keten, die in grootte variëren van een avondwinkel tot een zogeheten Super Konzum - zeg maar een fikse Albert Heijn. Je moet echt zoeken naar een andere supermarkt. Een goede uitwijkmogelijkheid is het Duitse Kaufland, die een enorme keus biedt aan thee, koffie, wijn, enzovoort, en ook allerlei huishoudelijke apparaten in zijn assortiment heeft. Helaas is het aantal Kaufland-vestigingen nog klein.

Stoplichten. Zelfs op onbeduidende kruispunten staan stoplichten. Voetgangers wachten verrassend braaf op het groene licht, maar dat heeft waarschijnlijk meer met angst voor de voortjakkerende auto's te maken dan met plichtsbesef.

Apotheken. Als het aantal apotheken een graadmeter was voor de gezondheid van een natie, dan was Kroatië op sterven na dood. Ik heb me laten vertellen dat de Kroatische wet een bepaalde minimale afstand tussen de apotheken voorschrijft, maar die afstand lijkt me aan de korte kant.

Boekhandels. Alleen al aan het belangrijkste plein - Trg Bana J. Jelecica, ofwel het plein dat is genoemd naar de Kroatische gouverneur en legeraanvoerder Josip Jelacic die in 1848 de Oostenrijkers bijstond in het neerslaan van de Hongaarse opstand - zijn een stuk of vijf boekhandels gevestigd, en in de winkelstraten daaromheen nog veel meer. Gezien de prijs van het gemiddelde boek is dat een wonder, want de minimumprijs voor een beetje boek is 25 euro. Wie van boeken houdt, kan beter afreizen naar Belgrado, want voor hooguit 5 euro schaf je daar hetzelfde boek aan. Ook voor wie Kroatisch vanuit een andere taal dan Duits wil leren, is een bezoek aan Belgrado de moeite waard. De Zagrebse boekhandels puilen uit van de Duits-Kroatische woordenboeken, in alle soorten en maten, terwijl de keuze in Engels-Kroatisch beperkt is. Ik vermoed dat dat - naast de traditionele voorliefde van de Kroaten voor Duitsland - komt doordat hier, in tegenstelling tot Servië, alle woordenboeken Engels-ServoKroatisch van de planken gehaald zijn. Of, zoals in de inleiding van mijn grammaticaboek staat: "Confusion between the Croatian and Serbian languages began in our century [de 20ste eeuw], when unitaristic forces within the Yugoslav government attempted to create a lingua communis for all of Yugoslavia. (...) Despite all presures from the centralist Yugoslav government, Croats continued to cultivate and today still cultivate their language in accordance with its natural development." Gelukkig maar dat centrifugale krachten een einde aan dat unitarisme hebben gemaakt, want anders was de Kroaat, zoals de Serviër nog altijd doet, in de zomermaand "avgust" met een "avion" opgestegen van de "aerodrom", terwijl hij nu in "kolovoz" naar volle tevredenheid met een "zakroplov" van de "zracna luka" vertrekt.

Culturele instellingen. Over de kwaliteit kan ik (nog) niet oordelen, maar kwantitatief bekeken is Zagreb een lustoord voor cultuurliefhebbers. Er zijn 16 theaters, ruim 20 musea en vele tientallen galeries. Bij het bureau voor toerisme op Trg Bana J. Jelecica is maandelijks een gratis boekje verkrijgbaar waarin alle evenementen en tentoonstellingen van die maand staan opgesomd. In het boekje staat ook de filmkalender van de Tuskanac Cinema Hall, een bioscoop die vooral buitenlandse films met Kroatische ondertiteling draait. In maart staan Duitse avant-garde films en eigentijdse Finse films centraal. Alle voorstellingen zijn gratis toegankelijk.

Auto's. Wie op een andere manier dan in een auto aan het verkeer deelneemt, telt niet mee. Alleen in het autoloze gebied rondom Trg Bana J. Jelecica maken voetgangers de dienst uit. In andere delen van de stad zijn ze vaak veroordeeld tot het gebruik van de rijweg, omdat de trottoirs als parkeerplaats worden gebruikt. De afwatering is op zijn zachtst gezegd niet ideaal en in de verzakkingen van het wegdek blijft lang water staan, waardoor je voortdurend het gevaar loopt besmeurd te worden door opspattend water. Fietsers zie je hier nauwelijks, hoewel de stad op zichzelf prima geschikt is voor de fiets: weinig hellingen en sneller dan de tram. Maar het ontbreken van fietspaden en het gedrag van de gemiddelde automobilist maakt fietsen hier lastig.

Onderdak

Toen ik in Zagreb arriveerde, wist ik niet veel meer dan dat ik drie nachten in een soort hostel zou verblijven en dat ik de eerstvolgende maandag om 9.00 uur in lokaal A114 van de Universiteit van Zagreb (faculteit Filosofie) moest zijn. Mijn eerste zorg was het vinden van betaalbaar onderdak voor de langere termijn, wat in Zagreb vooral een kwestie van via-via is. Alleen, ik kende op één medestudente na hier geen mens. Zonder contacten ben je hier aangewezen op bemiddelingsbureaus - die zich niet vreselijk voor je inspannen - en op de particuliere advertenties in het krantje Oglasnik. Die particulieren zijn alleen per telefoon bereikbaar, wat nogal lastig is als je de taal niet of nauwelijks spreekt. Nadat ik een piepklein appartement in zo'n typisch socialistisch flatgebouw in een buitenwijk kreeg aangeboden, leek het mij wijzer de eerste collegedag af te wachten en te zien of mijn medestudenten raad wisten. Na wat rondvragen bleek dat er twee kamers leegstonden in een nieuw en schoon appartement in de wijk Dubrava.

Ik woon nu weliswaar niet heel dichtbij het centrum, maar op loopafstand zijn een tramhalte, drie supermarkten - waaronder de alomtegenwoordige Konzum - en een markt met honderden kraampjes waar van alles en nog wat verkocht wordt. Die markt wordt gehouden op een terrein waarmee de stad Zagreb plannen heeft, en uit angst voor ontruiming bemannen de kooplui 's nachts bij toerbeurt het marktterrein. Ideaal voor wie in het holst van de nacht nog wat te eten of te drinken wil kopen. Iets verder weg is de begraafplaats Mirogoj, waar beroemde en beruchte Kroaten als Miroslav Krleza, Franjo Tudjman en Stjepan Radic begraven liggen.

...naar Zagreb

De reis van Amsterdam naar Zagreb via Boedepest is vlekkeloos verlopen. Weliswaar vertrok het vliegtuig van SkyEurope 45 minuten te laat en kregen we niet meer te horen dan dat er "een administratief probleem" was, maar de drie uur overstaptijd in Boedapest bood voldoende speling. Bovendien: een gegeven paard moet je niet in de bek kijken.

Voor 10 euro word je in een minibus van de luchthaven naar het treinstation Budepest-Keleti gereden en voor 28 euro krijg je een enkele reis 2e klas naar Zagreb die maar liefst 7 uur en 6 minuten duurt. Dat is inclusief de 60 procent korting die je ontvangt als je werkloos bent, of student, gepensioneerd, militair, enzovoort. Met een onwaarschijnlijk kleine vertraging van 3 minuten arriveerde ik in Zagreb (Glavni Kolodvor). Wat ik onderweg van Hongarije zag (na een kwart van de treinreis was het al pikdonker) was erg Balkan-achtig: industriecomplexen, slecht verlichte en uitgestorven stations, dorpjes die zonder stratenplan zijn gebouwd en lukraak geparkeerde auto's.

Via Boedapest...

Tegenwoordig kun je voor een prikje een Europese vlucht boeken, maar een rechtstreekse vlucht van Amsterdam naar Zagreb is nog altijd niet goedkoop. Er vliegt maar een prijsvechter op Zagreb, namelijk German Wings die, niet verrassend, zijn thuisbasis in Duitsland heeft. En voordat je met de trein in Keulen bent... Omdat je van januari tot maart 2006 gratis (d.w.z. je hoeft alleen de diverse belastingen a raison van € 40 te betalen) van Amsterdam naar Boedapest kunt vliegen met SkyEurope, neem ik de 7 uur en 6 minuten durende treinreis van Boedapest-Keleti naar Zagreb op de koop toe. De spoorverbinding tussen Boedapest en Zagreb was trouwens een belangrijk instrument in de handen van de Hongaren, die tot 1914 in Kroatië de dienst uitmaakten. Hongarije stond erop dat bij de staatsspoorwegen uitsluitend Hongaars gesproken werd, hoewel dat in strijd was met het recht van de Kroaten om hun eigen taal te gebruiken. Daarnaast verhinderde de Hongaarse regering de aanleg van een spoorlijn tussen Wenen en Zagreb, zodat al het goederentransport via Boedapest of via Rijeka (eveneens in Hongaarse handen) zou blijven lopen.