Boze tongen

De Kroatische Academie voor Wetenschappen en Kunsten HAZU had het begin dit jaar nog duidelijk geschreven: hoewel onder "unitaristische politieke druk" Kroatische taalwetenschappers in 1954 akkoord gingen met een uniform taalbeleid voor Serviërs, Kroaten en Montenegrijnen, heeft er nooit zelfs maar het begin van een Joegoslavische standaardtaal bestaan. De verontwaardiging was dus groot toen de Britse Europarlementariër Charles Tannock onlangs voorstelde het Servisch, Bosnisch en Kroatisch als één taal te beschouwen. Zijns inziens waren de minieme verschillen tussen die talen de gigantische vertaalkosten niet waard. Helaas heeft de HAZU niet de moeite genomen het document in het Engels te vertalen, anders was Tannock er vast van overtuigd geraakt dat het Kroatisch als een onderscheiden taal moet worden gezien, niet alleen ten opzichte van Europese maar ook van andere Zuid-Slavische talen. Want alleen de Kroaten hebben in hun geschiedenis drie alfabetten (Latijn, Glagolisch en Cyrillisch) en drie talen (Kroatisch, Latijn en Oud-Slavisch) gebruikt. Die drievoud van taal en alfabet duurde slechts tot het einde van de elfde eeuw, maar de Kroatische geschiedenis is zo lang dat het de dag van gisteren lijkt.
Op de foto staat een fragment van het Baška tablet (Bašćanska ploča), een van de oudste teksten in het Glagolisch. Je kunt een kopie van het tablet zien op het eiland Krk, waar het is gevonden. Het origineel staat sinds 1935 in het gebouw van de HAZU in Zagreb. Tot 1991 heette dat instituut overigens JAZU (Jugoslavenska akademija znanosti i umjetnosti) wat met politiek unitarisme niets van doen had. Het was namelijk de Kroaat Josip Juraj Strossmayer die in 1860 geld schonk voor de wetenschap en kunst in Zuid-Slavië.

0 reacties: