Van Kroatië naar Japan

Dit blog is al in geen tijden meer bijgewerkt. Inmiddels heb ik een ander publicatieplatform gevonden, namelijk Blendle. Klik hier als je mijn artikel wilt lezen over herbivore mannen en seksloze tieners in Japan. Het enige wat je nodig hebt is een e-mailadres. Als je je voor het eerst aanmeldt bij Blendle, krijg je €2,50 tegoed en kun je mijn stuk dus gratis lezen.

Schimmig Kroatië

Een paar maanden geleden verscheen het boek De poppenspeler en de duivelin van de Vlaamse schrijver Johan de Boose. Ik heb het nog niet helemaal uit, dus ik kan er geen afgerond oordeel over geven. Vooralsnog sluit ik me aan bij de recensie van David Jan Godfroid op diens Belgradoblog. Ook ik heb moeite met de filosofische en literaire dwarsverbanden die De Boose voortdurend legt, want hoewel spontaan bedoeld geven ze het boek een grote mate van gekunsteldheid. Dat geldt ook voor de weergaloze en spitsvondige gesprekken die De Boose voert (en geen van de gesprekspartners spreekt in zijn moedertaal). Uit ervaring weet ik dat De Boose die gesprekken voor een (groot) deel fictionaliseert. In het boek komt tweemaal een situatie ter sprake waar ik bij was en die ik me anders herinner dan De Boose heeft opgeschreven. Maar misschien had ik te veel Tomislav op. (Mocht je dit lezen, Johan de Boose, en nogmaals naar Kroatië komen, drink dan eens Tomislav in plaats van Ožujsko of Karlovačko. Als een Vlaming die gewend is aan donker bier zal Tomislav je zeker bevallen.) Het is de vrijheid van een schrijver gesprekken weer te geven zoals hij wil, maar de onwetende lezer heeft helaas niet de gezonde argwaan die ik soms voelde. Bovendien weet ik niet hoeveel waarde ik moet hechten aan het merendeel van de gesprekken waar ik natuurlijk niet bij was. Niettemin is het De Booses grote verdienste dat hij in korte tijd veel pijnpunten in de Kroatische psyche en geschiedenis heeft blootgelegd. In de laatste pagina’s van zijn boek schemert de belofte om verder te reizen naar Bosnië en Servië en ik hoop dat hem dat gaat lukken.

Normaal is elk woord van een buitenlander over Kroatië hier groot nieuws. Soms denk ik dat Kroatië een leger informanten heeft dat alle berichtgeving in de buitenlandse media nauwgezet volgt. Desondanks heeft De poppenspeler en de duivelin in de Kroatische pers nog weinig aandacht gekregen. Dat kan komen omdat De Boose naar de mening van Kroatische journalisten niet positief genoeg is over Kroatië en dus wordt genegeerd (dat gaat vaak zo), maar waarschijnlijk ligt de oorzaak in het chronische gebrek aan belangstelling voor het buitenland in het algemeen en de Lage Landen in het bijzonder. Voorbeeld: de aan Nederland gewijde boeken in de collectie van de Nationale en Wetenschappelijke Bibliotheek in Zagreb zijn op de vingers van één hand te tellen. Ik heb ook niet de indruk dat de Nederlandse ambassade veel doet om die onbekendheid te verkleinen of op zijn minst het boekenbezit van de armlastige bibliotheken hier te vergroten.

Niettemin vond ik in Dubrovački list, een lokale krant uit Dubrovnik, een artikel over De poppenspeler en de duivelin. Omdat de journalist geen Nederlands kent (ik vraag me af of hij doorhad dat het om een Nederlands en geen Frans boek ging) heeft hij het boek niet gelezen en is zijn artikel eigenlijk een interview met Johan de Boose. Hieronder mijn gebrekkige vertaling, ik houd me aanbevolen voor verbeteringen. Misschien viel het de vertaler wel net zo zwaar om van De Booses zwierige Engels, Duits, Frans of Russisch een leesbare Kroatische tekst te maken. Daar komt bij dat bondig schrijven en helder formuleren in Kroatië laag in aanzien staat. Zoals je zult merken was de boekpresentatie georganiseerd door de Alliance Française, een veeg teken voor wie hoopte op nauwer contact tussen het Kroatische/Servische/Bosnische/Montenegrijnse en het Nederlands taalgebied.

Fictieve reisroman over Kroatië gepresenteerd van de Belgische schrijver Johan de Boose: De poppenspeler en de duivelin

De poppenspeler is het symbool van de geschiedenis, van gans het voorbije en vergetene, van idealisme en een soort romantiek, die ik een aantal keren ontmoet en die mij vertelt over de geschiedenis van Kroatië en de gehele regio. Daarbij maakt hij vaak gebruik van marionetten. De figuur duivelin heb ik geënt op een ontmoeting met een zeer irritant meisje in Zagreb met wie ik later bevriend ben geraakt. Zij is de realiteit, het pragmatisme en naar eigen zeggen een nationalist, die je dingen zal zeggen waarover in het openbaar niet wordt gesproken. Mijn figuur kreeg de indruk dat Dubrovnik tegelijkertijd een symbool van vrijheid en een gevangenis is wiens bewustzijn van de beschaving me intrigeerde. Daar heb ik ook de scenografie geplaatst waarin de poppenspeler overlijdt. Dat hoofdstuk heb ik verzonnen tijdens een wandeling door de stad en baart me nog altijd zorgen.

Het boek De poppenspeler en de duivelin van de Belgische schrijver Johan de Boose waarin de auteur reisfictie schrijft op een reis door Kroatië werd afgelopen week gepresenteerd in hotel Bellevue. De promotie werd georganiseerd in het kader van een regionale ontmoeting van Franse Allianties waarvan de Franse Alliantie uit Dubrovnik gastheer was en precies in hun organisatie verbleef De Boose in december 2007 in onze stad, in het kader van het Uitwisselingsprogramma van schrijvers tussen Kroatië en België.
Als resultaat van dat verblijf ontstond dit boek, met als oorspronkelijke titel De poppelspeler en de duivelin, dat zijn reis door Kroatië en buurlanden beschrijft, en de ervaring van Kroatië als voor alles een land van de Europese culturele gezindte. De auteur zelf presenteerde het boek, terwijl de de kennismaking van het publiek met de Belgische schrijver werd geleid door Dubravka Zvrko, de voorzitster van de Franse Alliantie uit Dubrovnik

Utopie en realiteit
De schrijver onthult het geheim van de boektitel, die hij tegen de gewoonte in al had bedacht eer hij met schrijven begon. Het gaat over de twee hoofdrolspelers in zijn verhaal over Kroatië, de poppenspeler die volgens De Booses getuigenis de sublimatie is van veel dierbare mensen die hij tijdens zijn reis door ons land heeft leren kennen en die hem in diverse hoofdstukken vertelt over de geschiedenis van Kroatië en de hele regio. Daarbij maakt hij vaak gebruik van marionetten. De poppenspeler is het symbool van de geschiedenis, van gans het voorbije en vergetene, van idealisme en een soort romantiek. Ik heb hem een paar keer tijdens mijn reis door Kroatië ontmoet en hij vertelde mij verhalen. Hij sterft aan het einde van het boek en wel als oude man in een oud vervallen huis in Dubrovnik, maar voor zijn dood vertelt hij mij het laatste verhaal over zijn reizen. De tweede hoofdpersoon is de duivelin, die ik heb geschapen naar aanleiding van een ontmoeting met een erg irritant meisje dat ik in Zagreb leerde kennen. Toen ik een voordracht hield zat zij op de vloer van het lokaal van de universiteit in Zagreb en stelde vragen die me ergerden. Hoewel het prima is dat iemand vragen stelt en zegt wat hij denkt, dacht ik de hele tijd ‘waarom houdt die duivelin haar mond niet’. Na de voordracht gingen we naar een Zagrebs café en hebben we bijna de hele nacht gepraat en zijn we later vrienden geworden. Zij is de realiteit, het pragmatisme en naar eigen zeggen een nationalist, die je dingen zal zeggen waarover in het openbaar niet wordt gesproken. De poppenspeler is dus de figuur van de utopie, maar zij is echt,” zei hij tijdens de presentatie.

Opdracht van de auteur
De ondertitel van het boek luidt Een reis naar de schimmen van Kroatië, als een opdracht van de auteur aan alle mensen die hij wilde ontmoeten maar die niet meer leven.
“Dat zijn er veel, maar ik heb ze op een metafysische manier ontmoet. Het gaat om slachtoffers van de oorlogen in Kroatië. Daarom staat op de omslag van het boek een foto van een jong joods meisje dat in de Tweede Wereldoorlog is vermoord. Ze heette Nada Lang en is begraven op een kerkhof in Osijek. Het is alsof ze ‘opnieuw stierf’ in de oorlog van de jaren negentig toen er in Osijek werd geschoten, wat ik me realiseerde op de foto van de fascinerende kunstenaar Ivan Faktor die haar grafsteen fotografeerde,” zegt De Boose
Johan de Boose onthult dat hij ook de geografische structuur van deze reisroman moest vinden, die het raamwerk van het boek zou worden. Hij benadrukt de noodzakelijke logica van die reis. “Daarom ben ik vanaf Baška op Krk vertrokken, dat door de Baškatafel, een belangrijk symbool van de Kroatische geschiedenis, in een pelgrimsoord is veranderd en dat het begin vormt van het verhaal over Kroatië in de middeleeuwen. Het eerste schriftelijke monument in het glagolitisch is tevens het bindmiddel van de hele reis, want aan het einde ben ik in Osijek en Vukovar waar ik stilsta bij een glagolitische inscriptie die eveneens een symbool kan zijn. Schrijvend over Dalmatië veranderde ik Dalmatië in het contrast tussen de schoonheid van het landschap en de tragedie van de oorlog uit de jaren negentig. In het geval van Dubrovnik kreeg mijn hoofdpersoon de indruk dat deze stad tegelijkertijd een vrijheidssymbool en een gevangenis is. Mij interesseert de geslotenheid van kleine straatjes, katten die vrijelijk rondlopen, smerige hoekjes… het bewustzijn van de beschaving die me intrigeerde. Daar heb ik ook de scenografie geplaatst waarin de poppenspeler overlijdt. Dat hoofdstuk heb ik verzonnen tijdens een wandeling door de stad en baart me nog altijd zorgen,” concludeert de schrijver.

(Geen) vertaling
Aan het eind van de avond vertelde hij dat hij reisfictie schreef over Polen, het IJzeren Gordijn in Duitsland en ook over Rusland. Overal kreeg hij evenwel te horen dat ze die boeken niet wilden vertalen omdat hetgeen hij had geschreven hun niet beviel en dat ze geen Belgische surrealist nodig hadden om hen te vertellen hoe hun land ervoor stond.
“Dergelijke boeken heb ik de afgelopen zes jaar geschreven en met het boek over Kroatië beëindig ik dat hoofdstuk van mijn schrijverschap. Ik ben blij dat ik in Kroatië het idee heb gekregen dat mensen een blik van buitenaf waarderen, dat het hen niet stoort dat ik hun land heb gezien. Het enkele feit dat ik het boek presenteer voordat het vertaald is in het Kroatisch belooft dat het zo kan zijn dat u het boek snel in uw eigen taal kunt lezen en dat zou me erg verheugen,” zei Johan de Boose.

Afgaand op hetgeen werd gezegd bij de promotie lijkt het om een interessant boek te gaan, waarin de auteur met een gefictioneerde reisroman eigenlijk een blik van een Belgische auteur op de Kroatische geschiedenis biedt. We verheugen ons al op de toekomstige Kroatische vertaling die werd aangekondigd door Dubravka Zvrko, de voorzitster van de Franse Alliantie uit Dubrovnik, en op een nieuw bezoek van de Belgische schrijver die, na zijn verblijf gedurende de uitwisseling van schrijvers in 2007, nog vaak in Dubrovnik verbleef, alwaar hij naar eigen zeggen talrijke vrienden heeft gemaakt.

Rode draad
“Ik houd niet van de uitdrukking non-fictie, waarmee mijn proza wordt aangeduid. Boekhandelaren en verkopers vragen me echter regelmatig in welke afdeling ze mijn boeken moeten plaatsen. Vaak belanden ze in de afdeling geschiedenis en religie die niemand leest, en dan zeg ik hun: zet ze tussen de romans, want het zijn geschiedenisverhalen. Daarom zeg ik liever dat het om gedocumenteerde fictie gaat of om een persoonlijke roman. Daarin bestaat een figuur dat ik in werkelijkheid zelf ben, want als ik een roman schrijf, vraag ik me altijd af wie de figuur is die ik ben. Ondertussen is hij de eigenlijke gids door het verhaal, de figuur die deuren ontsluit en erg aanwezig is, maar ook volkomen afwezig, want ik schrijf niet alleen over mijzelf. Ik beschouw mijzelf niet als interessant maar ik wil de lezer Kroatië voorstellen, dat zo’n interessant heden en verleden heeft. Derhalve ben ik slechts de rode draad in het boek, de figuur die van stad naar stad trekt, van eiland naar eiland en zich verwondert over wat hij ziet en hoort, zonder te oordelen,” aldus de Belgische auteur.

Bijeenkomst van Franse Allianties
De Franse Alliantie Dubrovnik was de gastheer van de regionale samenkomst van Franse Allianties die de afgelopen week in Dubrovnik werd gehouden. Aan de bijeenkomst namen ongeveer twintig voorzitters van Franse Allianties uit de hele regio deel (Slowakije, Hongarije, Tsjechië, Bulgarije e.a.) die ervaringen uitwisselden over het leiden van instellingen en de bevordering van de Franse taal in hun landen. Er werd ook gesproken over de financieringswijze van de instellingen en het inzamelen van middelen uit Europese fondsen. Tevens werd de promotie van Johan de Booses boek georganiseerd.

Melancholie

"Als gevolg van het mislukken van het debat over de grondwet zal de overheid in Bosnië en Herzegovina nog machtelozer blijven dan hij (sic) al is. Maffia-achtige nationalisten, dubieuze religieuze leiders en door tycoons omgekochte politici krijgen daarmee nog meer speelruimte om machteloze, arme, aan willekeur overgeleverde mensen nog verder te manipuleren. De EU en Carl Bildt hebben daarmee helaas een kans verspeeld. De enige hoop is nu nog gevestigd op de burgermaatschappij in ontwikkeling, de VS en het Bosnische nationale voetbalelftal, dat, zonder gekheid, met een kwalificatie voor het WK voetbal een groot aantal zaken zou kunnen veranderen."
Zo eindigt een somber artikel van Balkan-correspondent Erich Rathfelder in Die Tageszeitung. Na gisteravond is er een extra reden tot somberheid, want Bosnië heeft het WK voetbal helaas niet gehaald, op het nippertje niet. Ik zat met bier en chips op de bank, hopend op een goede afloop. De ambiance in Zenica, een industriestad in het hart van Bosnië, was heel anders dan vorige week in Lissabon. Het veld was modderig, er hing een lichte mist, op de achtergrond schemerde een flatgebouw uit Tito's tijd. Kortom, een typische scene uit de Kroatische en Bosnische voetbalcompetitie. Omwonenden staan met een biertje bij de roštilj (barbecue) op hun balkon en loeren zo het stadionnetje in. Het handjevol supporters zit vlakbij de microfoon van de commentator. Thuis kun je, als er wordt gescoord, de afzonderlijke stemmen van de juichende supporters onderscheiden. Ik word daar altijd ontzettend melancholisch van.
Over Bosnische stadions gesproken: weinig stadions zijn zo getekend door verdriet als het stadion in Sarajevo. Gedwongen door ruimtegebrek en sluipschutters werd het voetbalveld gebruikt als begraafplaats.


Vukovar

Vandaag is het achttien jaar geleden dat Vukovar in handen viel van het Servische leger, hoewel dat officieel nog het Joegoslavische Volksleger heette. Ook vorig jaar en het jaar daarvoor besteedde ik daar aandacht aan. Dit is alweer de derde maal dat ik de kaarsen langs de Vukovarstraat in Zagreb fotografeerde.

Al is de ceremonie elk jaar min of meer dezelfde, de duizenden kaarsen blijven een indrukwekkend gezicht. Wel leken er veel minder te staan dan eerdere jaren. Herdenkingsmoeheid?

Een ander - nogal banaal - verschil met twee jaar geleden is de temperatuur. Toen lag er, zoals je hieronder ziet, een laag sneeuw. Gisteravond was het maar liefst achttien (18) graden.

Babies and birds

Lately I don't have much time to write posts for my blog, but I want to take away the impression that Croatian Crescent is dead. The easiest and fastest thing to do is to refer to other sources with interesting stories, and that's precisely what I am going to do.
Babies first. The Economist writes about alarming demographic trends in several Balkan countries. I have earlier paid some attention (Dutch) to Croatia's declining population, despite the strong position of the Catholic church and despite president Mesić's repeated calls for the return of Croatian Serbs.
Next birds. The Daily Telegraph ran an interesting article on griffon vultures on the Croatian island of Cres. "Griffon vultures are extinct in many European countries and are endangered in Croatia, but this sanctuary at the picturesque village of Beli has rescued, healed and released 95 birds since it was set up in 1993." Beli is picturesque, I can tell, as I visited it earlier this year.
Unfortunately, for some reason the vultures in the sanctuary were stressed out and the people working there (often volunteers) advised me not to approach them, so all I saw was a shadow in the distance.
Speaking of birds and babies, Croatia has a huge population of stokes. I took these pictures in Križevci, a pleasant town north-east of Zagreb.

Irony

A few months ago asbestos was found in Lisinksi. Lisinski is Zagreb's one and only concert hall, so performances will have to be relocated for as long as the removal of asbestos will last. The famous Royal Concertgebouw Orchestra, for example, will now (today) play in Dom sportova (House of Sports), an indoor sporting arena. This concrete bunker seems a weird choice for a renowned orchestra that is used to playing in lavishly decorated concert halls around the world, but this is all Zagreb has to offer.
Lisinski itself is a particular building too. When I saw it for the first time, I'd swear it was an indoor swimming pool.
It looks a lot better from inside, though gravely brown colours dominate, and the acoustics are fine. It is hoped that Lisinksi will be back in operation by October 16. Fortunately, Croats showed some irony regarding the asbestos in Lisinki. Quite rare, and therefore refreshing.

Hongarije (2)

Quinque Ecclesiae, Quinque Basilicae, Fünfkirchen. Van de oorspronkelijke vijf kerken die Pécs zijn naam gaven is weinig meer over, dus er moeten andere redenen zijn geweest om Pécs uit te roepen tot European Capital of Culture in 2010. Samen met Istanbul en Essen welteverstaan. Het motto van Pécs is "De grenzeloze stad". Aardig voor wie uit de Europese Unie komt, maar voor Kroaten - buren nota bene - bestaan grenzen nog wel degelijk. Tussen Koprivnica en Gyékényes loopt de grens, waar geüniformeerde types met zaklantaarns schijnen in de lege ruimtes boven het plafond in de trein. Een Hongaar die een krat Oostenrijks bier mee naar huis neemt, drijft handel. Een Kroaat die een paar flessen Tokaji in zijn koffer heeft, is een smokkelaar. De eerste geeft de economie een zetje, de tweede schaadt de economie, althans volgens de met ons belastinggeld betaalde haters van vrijhandel die zogenaamd weten wat "goed" en "slecht" economisch gedrag is.
Enfin, wie van Zagreb naar Pécs reist, moet in Gyékényes overstappen. Als de trein vertraging heeft en je de overstap mist, zoals ik, sta je om 07.00 's ochtend in Gyékényes, een piepklein grensdorp, en vraag je je af wat je de komende twee uur gaat doen. Een beetje observeren dan maar. Zo leerde ik dat Hongaren erg van worst houden, een glaasje wodka slechts een halve euro kost, sommige mannen om zeven uur al bier drinken, op de fiets naar de supermarkt (waar al die worsten te koop zijn) in Hongarije heel gewoon is, en er nog veel stokoude Škoda's, Trabantjes en Lada's rondrijden.



Als je na lang wachten eindelijk in het boemeltje van Gyékényes naar Pécs (ik word gek van zoveel streepjes op de "e") zit, vraag je je af waarom de treinen in zelfs Bulgarije en Servië er beter uitzien en waarom er geen rookverbod is in de trein. Ook vraag je je af wanneer het Hongaarse spoorboekje voor het laatst is herzien, want je stopt bij verlaten, half ingestorte stationnetjes met vreselijke namen waar niemand in- of uitstapt. Wat me verder opviel, was dat de graanvelden in Hongarije zoveel groter zijn dan in Kroatië. Wuivend koren tot aan de horizon, eindeloze akkers. Zijn de Hongaarse boeren zoveel rijker of krijgen de Kroatische boeren last van pleinvrees als hun akker groter is dan een vierkante kilometer?

In Pécs zelf, tenslotte, is van alles te zien. Ik ga dat hier niet opnoemen en zou zeggen: ga er zelf heen, je kunt je er makkelijk een paar dagen vermaken. Ik laat het bij een paar foto's en een goed bedoeld advies aan het gemeentelijk busbedrijf in Pécs. Hang bij het Centraal Station eens een plattegrond met buslijnen en bijbehorende nummers. Je weet wel, zo'n eentje die met gekleurde lijnen de routes laat zien. Reuzehandig als er volgend jaar drommen toeristen op jullie stad afkomen en helemaal niet duur.





Hongarije (1)

Deze week was ik twee keer in Hongarije. De eerste keer per auto bij het Balatonmeer en de tweede keer in Pecs, een uur of vier treinen vanaf Zagreb. Hoewel (continentaal) Kroatië met geen enkel land zo'n lange gedeelde geschiedenis (1102-1918) heeft als met Hongarije, stellen de Kroatisch-Hongaarse verhoudingen niet veel voor. Wenen is in alle opzichten het voorbeeld voor Zagreb, Duits en Italiaans zijn populaire talen, winkelen doen Kroaten in Triëst, Graz, Wenen of Ljubljana. Hongarije bungelt er een beetje bij.
Qua landschap en architectuur is Hongarije, althans wat ik ervan heb gezien, niet of nauwelijks te onderscheiden van continentaal Kroatië, maar wat direct in het oog springt is de taal. In Bulgarije of Slovenië red ik me met een mix van Kroatisch en Engels, maar in Hongarije had ik aan geen van beide talen veel. Ik had net zo goed in Vietnam kunnen zijn, waar ook het Latijnse schrift wordt gebruikt maar je uiteraard niets begrijpt. Hongaars is een bizar, exotisch, ontoegankelijk eilandje in een Slavische zee. Toen ik een keer "tej" bestelde en een glas melk kreeg voorgezet, had ik het definitief gehad met het Hongaars. Thee blijkt trouwens gewoon "tea" te zijn.
Wie de Kroatisch-Hongaarse grens per auto oversteekt, komt er al snel achter dat het vereiste tolvignet nergens te krijgen is. Tankstations waren in geen velden of wegen te bekennen, maar ondertussen werd ik wel bang gemaakt met de een plaatje van een vignet plus videocamera. Je hoeft geen Hongaars te kennen om te begrijpen wat daarmee werd bedoeld.
Na tientallen kilometers uitstekende Hongaarse snelweg, verscheen er eindelijk een benzinepomp aan de horizon. Opgelucht stapte ik naar binnen en zei tegen de dame achter de toonbank: "Vignet, please." Ze mij een kenteken zien dat niet bij mijn auto hoorde. Pas na lang stoïcijns wijzen naar het kenteken werd me duidelijk dat ze wilde dat ik mijn kenteken opschreef. Goed, honderd meter op en neer naar de huurauto, kenteken genoteerd en aan de dame gegeven. Ze voerde het in op een machientje. De Ž bleek te zijn getransformeerd tot een Z, maar dat neem ik de Hongaren niet kwalijk. Ik drukte op OK, betaalde ongeveer 1500 forint en kreeg het bonnetje toegestopt. Dat was alles. Niks geen sticker op de voorruit. Mijn kenteken was blijkbaar verzonden naar een controlepunt dat ook de camera's boven de weg beheerde. Big Brother is nooit ver weg in Hongarije.
In Hongarije (1) verder alleen maar lof. De snelweg Boedapest-Zagreb is fantastisch, het eten prima, het winkelaanbod overdonderend (als je maar lang genoeg in Kroatië woont). Nou, vooruit, nog één punt van kritiek: het muziekaanbod op de radio. Je kunt tijdens de vier uur durende rit van Boedapest naar Zagreb het ene station naar het andere proberen, maar ze draaien allemaal onveranderlijk dance. Bestaat er soms een Hongaarse wet die rock op de zaterdagavond verbiedt?
Over een paar dagen volgt Hongarije (2), ofwel met de trein naar Pecs, de Culturele hoofdstad van Europa in 2010.

Voetbal

"De Engelsen missen iets," zei de Kroatische bondscoach Slaven Bilić aan de vooravond van de WK-kwalificatiewedstrijd Engeland-Kroatië. Wat dat "iets" is, zullen we nooit weten, want Engeland vernederde Kroatië met 5-1. "Het grootste voetbalverlies uit onze geschiedenis," zei een wanhopige commentator. Schrale troost dat die geschiedenis pas in 1993 begon. De ironie is nu dat als Kroatië nog naar Zuid-Afrika wil, het moet juichen voor Engeland. Alleen als de Engelsen Oekraïne verslaan, heeft Kroatië een redelijke kans tweede te worden in de groep en zich te plaatsen voor de playoffs.
Voorafgaand aan de wedstrijd brak er een ware mediaoorlog uit tussen Kroatië en Engeland. Kroaten geloofden dat sommige van hun spelers (uitkomend in de Premier League) met opzet keihard werden aangepakt in de Engelse voetbalcompetitie, zodat ze voor Engeland-Kroatië geblesseerd zouden raken. Op hun beurt meldden de Britse tabloids dat duizenden Kroatische nazi's op weg waren naar Londen. Dit artikel in The Sun laat weinig aan de verbeelding over.
Veel voetballiefhebbers uit de Lage Landen zullen de komende maanden het Kroatische clubvoetbal in de gaten houden. Ajax, Anderlecht en Dinamo Zagreb zijn namelijk ingedeeld in dezelfde groep van de Europa League. Op 17 september wordt de eerste ronde gespeeld en komt Anderlecht op bezoek in Zagreb.
Twee jaar geleden was ik bij Dinamo Zagreb-Ajax. Van die wedstrijd herinner ik me vooral het intense gevoel van verveling (één klutsgoal van Ajax) en het fanatisme van de Dinoma-aanhang, die beter bekend staat als Bad Blue Boys. Mijn verslag van destijds is hier te lezen. Op 5 november is Ajax te gast en ik denk dat ik voor die wedstrijd naar het stadion Maksimir ga. Als het er dan nog is, want het verkeert in zo'n slechte staat dat de UEFA volgend jaar waarschijnlijk geen vergunning verleent voor het spelen van Europese wedstrijden.

Deblokada

Ask any Croat what "deblokada" means and you'll get the same answer: "Deblokada would be the end of Slovenia's criminal obstruction of Croatia's EU negotiations". The word has dominated the headlines for a long time: Deblokade now! Soon deblokada! Soon deblokada? - and many other versions.
Today Slovenia and Croatia agreed, finally, on a deblokada. Prime ministers Pahor (Slovenia) and Kosor (Croatia) hammered out a deal that allows Croatia to continue its negotiations with the EU. The border dispute itself is not solved, but the two parties agreed on the rules of the game. First, anything that has been said or written about the border after 25 June 1991 (when both Slovenia and Croatia proclaimed independence) has no legal status. This is a Croatian concession to Slovenia, as the latter country blamed Croatia of producing documents with falsified borders. Slovenia accused Croatia of using these "post 26.06.91" documents in its EU negotiations and so prejudice the border. Second, Croatia and Slovenia will seek international arbitration for their conflict. This had been often proposed by the EU, but Slovenia, for some reason, always objected. Pahor said that in that way the conflict will be solved before Slovenia ratifies Croatia's EU accession.
The last sentence is a bit tricky, I'd say. One could also read it as follows: Slovenia will not ratify Croatia's EU accession treaty unless the border conflict is solved (in a for Slovenia satisfactory way). For now, however, optimism prevails.