Schimmig Kroatië

Een paar maanden geleden verscheen het boek De poppenspeler en de duivelin van de Vlaamse schrijver Johan de Boose. Ik heb het nog niet helemaal uit, dus ik kan er geen afgerond oordeel over geven. Vooralsnog sluit ik me aan bij de recensie van David Jan Godfroid op diens Belgradoblog. Ook ik heb moeite met de filosofische en literaire dwarsverbanden die De Boose voortdurend legt, want hoewel spontaan bedoeld geven ze het boek een grote mate van gekunsteldheid. Dat geldt ook voor de weergaloze en spitsvondige gesprekken die De Boose voert (en geen van de gesprekspartners spreekt in zijn moedertaal). Uit ervaring weet ik dat De Boose die gesprekken voor een (groot) deel fictionaliseert. In het boek komt tweemaal een situatie ter sprake waar ik bij was en die ik me anders herinner dan De Boose heeft opgeschreven. Maar misschien had ik te veel Tomislav op. (Mocht je dit lezen, Johan de Boose, en nogmaals naar Kroatië komen, drink dan eens Tomislav in plaats van Ožujsko of Karlovačko. Als een Vlaming die gewend is aan donker bier zal Tomislav je zeker bevallen.) Het is de vrijheid van een schrijver gesprekken weer te geven zoals hij wil, maar de onwetende lezer heeft helaas niet de gezonde argwaan die ik soms voelde. Bovendien weet ik niet hoeveel waarde ik moet hechten aan het merendeel van de gesprekken waar ik natuurlijk niet bij was. Niettemin is het De Booses grote verdienste dat hij in korte tijd veel pijnpunten in de Kroatische psyche en geschiedenis heeft blootgelegd. In de laatste pagina’s van zijn boek schemert de belofte om verder te reizen naar Bosnië en Servië en ik hoop dat hem dat gaat lukken.

Normaal is elk woord van een buitenlander over Kroatië hier groot nieuws. Soms denk ik dat Kroatië een leger informanten heeft dat alle berichtgeving in de buitenlandse media nauwgezet volgt. Desondanks heeft De poppenspeler en de duivelin in de Kroatische pers nog weinig aandacht gekregen. Dat kan komen omdat De Boose naar de mening van Kroatische journalisten niet positief genoeg is over Kroatië en dus wordt genegeerd (dat gaat vaak zo), maar waarschijnlijk ligt de oorzaak in het chronische gebrek aan belangstelling voor het buitenland in het algemeen en de Lage Landen in het bijzonder. Voorbeeld: de aan Nederland gewijde boeken in de collectie van de Nationale en Wetenschappelijke Bibliotheek in Zagreb zijn op de vingers van één hand te tellen. Ik heb ook niet de indruk dat de Nederlandse ambassade veel doet om die onbekendheid te verkleinen of op zijn minst het boekenbezit van de armlastige bibliotheken hier te vergroten.

Niettemin vond ik in Dubrovački list, een lokale krant uit Dubrovnik, een artikel over De poppenspeler en de duivelin. Omdat de journalist geen Nederlands kent (ik vraag me af of hij doorhad dat het om een Nederlands en geen Frans boek ging) heeft hij het boek niet gelezen en is zijn artikel eigenlijk een interview met Johan de Boose. Hieronder mijn gebrekkige vertaling, ik houd me aanbevolen voor verbeteringen. Misschien viel het de vertaler wel net zo zwaar om van De Booses zwierige Engels, Duits, Frans of Russisch een leesbare Kroatische tekst te maken. Daar komt bij dat bondig schrijven en helder formuleren in Kroatië laag in aanzien staat. Zoals je zult merken was de boekpresentatie georganiseerd door de Alliance Française, een veeg teken voor wie hoopte op nauwer contact tussen het Kroatische/Servische/Bosnische/Montenegrijnse en het Nederlands taalgebied.

Fictieve reisroman over Kroatië gepresenteerd van de Belgische schrijver Johan de Boose: De poppenspeler en de duivelin

De poppenspeler is het symbool van de geschiedenis, van gans het voorbije en vergetene, van idealisme en een soort romantiek, die ik een aantal keren ontmoet en die mij vertelt over de geschiedenis van Kroatië en de gehele regio. Daarbij maakt hij vaak gebruik van marionetten. De figuur duivelin heb ik geënt op een ontmoeting met een zeer irritant meisje in Zagreb met wie ik later bevriend ben geraakt. Zij is de realiteit, het pragmatisme en naar eigen zeggen een nationalist, die je dingen zal zeggen waarover in het openbaar niet wordt gesproken. Mijn figuur kreeg de indruk dat Dubrovnik tegelijkertijd een symbool van vrijheid en een gevangenis is wiens bewustzijn van de beschaving me intrigeerde. Daar heb ik ook de scenografie geplaatst waarin de poppenspeler overlijdt. Dat hoofdstuk heb ik verzonnen tijdens een wandeling door de stad en baart me nog altijd zorgen.

Het boek De poppenspeler en de duivelin van de Belgische schrijver Johan de Boose waarin de auteur reisfictie schrijft op een reis door Kroatië werd afgelopen week gepresenteerd in hotel Bellevue. De promotie werd georganiseerd in het kader van een regionale ontmoeting van Franse Allianties waarvan de Franse Alliantie uit Dubrovnik gastheer was en precies in hun organisatie verbleef De Boose in december 2007 in onze stad, in het kader van het Uitwisselingsprogramma van schrijvers tussen Kroatië en België.
Als resultaat van dat verblijf ontstond dit boek, met als oorspronkelijke titel De poppelspeler en de duivelin, dat zijn reis door Kroatië en buurlanden beschrijft, en de ervaring van Kroatië als voor alles een land van de Europese culturele gezindte. De auteur zelf presenteerde het boek, terwijl de de kennismaking van het publiek met de Belgische schrijver werd geleid door Dubravka Zvrko, de voorzitster van de Franse Alliantie uit Dubrovnik

Utopie en realiteit
De schrijver onthult het geheim van de boektitel, die hij tegen de gewoonte in al had bedacht eer hij met schrijven begon. Het gaat over de twee hoofdrolspelers in zijn verhaal over Kroatië, de poppenspeler die volgens De Booses getuigenis de sublimatie is van veel dierbare mensen die hij tijdens zijn reis door ons land heeft leren kennen en die hem in diverse hoofdstukken vertelt over de geschiedenis van Kroatië en de hele regio. Daarbij maakt hij vaak gebruik van marionetten. De poppenspeler is het symbool van de geschiedenis, van gans het voorbije en vergetene, van idealisme en een soort romantiek. Ik heb hem een paar keer tijdens mijn reis door Kroatië ontmoet en hij vertelde mij verhalen. Hij sterft aan het einde van het boek en wel als oude man in een oud vervallen huis in Dubrovnik, maar voor zijn dood vertelt hij mij het laatste verhaal over zijn reizen. De tweede hoofdpersoon is de duivelin, die ik heb geschapen naar aanleiding van een ontmoeting met een erg irritant meisje dat ik in Zagreb leerde kennen. Toen ik een voordracht hield zat zij op de vloer van het lokaal van de universiteit in Zagreb en stelde vragen die me ergerden. Hoewel het prima is dat iemand vragen stelt en zegt wat hij denkt, dacht ik de hele tijd ‘waarom houdt die duivelin haar mond niet’. Na de voordracht gingen we naar een Zagrebs café en hebben we bijna de hele nacht gepraat en zijn we later vrienden geworden. Zij is de realiteit, het pragmatisme en naar eigen zeggen een nationalist, die je dingen zal zeggen waarover in het openbaar niet wordt gesproken. De poppenspeler is dus de figuur van de utopie, maar zij is echt,” zei hij tijdens de presentatie.

Opdracht van de auteur
De ondertitel van het boek luidt Een reis naar de schimmen van Kroatië, als een opdracht van de auteur aan alle mensen die hij wilde ontmoeten maar die niet meer leven.
“Dat zijn er veel, maar ik heb ze op een metafysische manier ontmoet. Het gaat om slachtoffers van de oorlogen in Kroatië. Daarom staat op de omslag van het boek een foto van een jong joods meisje dat in de Tweede Wereldoorlog is vermoord. Ze heette Nada Lang en is begraven op een kerkhof in Osijek. Het is alsof ze ‘opnieuw stierf’ in de oorlog van de jaren negentig toen er in Osijek werd geschoten, wat ik me realiseerde op de foto van de fascinerende kunstenaar Ivan Faktor die haar grafsteen fotografeerde,” zegt De Boose
Johan de Boose onthult dat hij ook de geografische structuur van deze reisroman moest vinden, die het raamwerk van het boek zou worden. Hij benadrukt de noodzakelijke logica van die reis. “Daarom ben ik vanaf Baška op Krk vertrokken, dat door de Baškatafel, een belangrijk symbool van de Kroatische geschiedenis, in een pelgrimsoord is veranderd en dat het begin vormt van het verhaal over Kroatië in de middeleeuwen. Het eerste schriftelijke monument in het glagolitisch is tevens het bindmiddel van de hele reis, want aan het einde ben ik in Osijek en Vukovar waar ik stilsta bij een glagolitische inscriptie die eveneens een symbool kan zijn. Schrijvend over Dalmatië veranderde ik Dalmatië in het contrast tussen de schoonheid van het landschap en de tragedie van de oorlog uit de jaren negentig. In het geval van Dubrovnik kreeg mijn hoofdpersoon de indruk dat deze stad tegelijkertijd een vrijheidssymbool en een gevangenis is. Mij interesseert de geslotenheid van kleine straatjes, katten die vrijelijk rondlopen, smerige hoekjes… het bewustzijn van de beschaving die me intrigeerde. Daar heb ik ook de scenografie geplaatst waarin de poppenspeler overlijdt. Dat hoofdstuk heb ik verzonnen tijdens een wandeling door de stad en baart me nog altijd zorgen,” concludeert de schrijver.

(Geen) vertaling
Aan het eind van de avond vertelde hij dat hij reisfictie schreef over Polen, het IJzeren Gordijn in Duitsland en ook over Rusland. Overal kreeg hij evenwel te horen dat ze die boeken niet wilden vertalen omdat hetgeen hij had geschreven hun niet beviel en dat ze geen Belgische surrealist nodig hadden om hen te vertellen hoe hun land ervoor stond.
“Dergelijke boeken heb ik de afgelopen zes jaar geschreven en met het boek over Kroatië beëindig ik dat hoofdstuk van mijn schrijverschap. Ik ben blij dat ik in Kroatië het idee heb gekregen dat mensen een blik van buitenaf waarderen, dat het hen niet stoort dat ik hun land heb gezien. Het enkele feit dat ik het boek presenteer voordat het vertaald is in het Kroatisch belooft dat het zo kan zijn dat u het boek snel in uw eigen taal kunt lezen en dat zou me erg verheugen,” zei Johan de Boose.

Afgaand op hetgeen werd gezegd bij de promotie lijkt het om een interessant boek te gaan, waarin de auteur met een gefictioneerde reisroman eigenlijk een blik van een Belgische auteur op de Kroatische geschiedenis biedt. We verheugen ons al op de toekomstige Kroatische vertaling die werd aangekondigd door Dubravka Zvrko, de voorzitster van de Franse Alliantie uit Dubrovnik, en op een nieuw bezoek van de Belgische schrijver die, na zijn verblijf gedurende de uitwisseling van schrijvers in 2007, nog vaak in Dubrovnik verbleef, alwaar hij naar eigen zeggen talrijke vrienden heeft gemaakt.

Rode draad
“Ik houd niet van de uitdrukking non-fictie, waarmee mijn proza wordt aangeduid. Boekhandelaren en verkopers vragen me echter regelmatig in welke afdeling ze mijn boeken moeten plaatsen. Vaak belanden ze in de afdeling geschiedenis en religie die niemand leest, en dan zeg ik hun: zet ze tussen de romans, want het zijn geschiedenisverhalen. Daarom zeg ik liever dat het om gedocumenteerde fictie gaat of om een persoonlijke roman. Daarin bestaat een figuur dat ik in werkelijkheid zelf ben, want als ik een roman schrijf, vraag ik me altijd af wie de figuur is die ik ben. Ondertussen is hij de eigenlijke gids door het verhaal, de figuur die deuren ontsluit en erg aanwezig is, maar ook volkomen afwezig, want ik schrijf niet alleen over mijzelf. Ik beschouw mijzelf niet als interessant maar ik wil de lezer Kroatië voorstellen, dat zo’n interessant heden en verleden heeft. Derhalve ben ik slechts de rode draad in het boek, de figuur die van stad naar stad trekt, van eiland naar eiland en zich verwondert over wat hij ziet en hoort, zonder te oordelen,” aldus de Belgische auteur.

Bijeenkomst van Franse Allianties
De Franse Alliantie Dubrovnik was de gastheer van de regionale samenkomst van Franse Allianties die de afgelopen week in Dubrovnik werd gehouden. Aan de bijeenkomst namen ongeveer twintig voorzitters van Franse Allianties uit de hele regio deel (Slowakije, Hongarije, Tsjechië, Bulgarije e.a.) die ervaringen uitwisselden over het leiden van instellingen en de bevordering van de Franse taal in hun landen. Er werd ook gesproken over de financieringswijze van de instellingen en het inzamelen van middelen uit Europese fondsen. Tevens werd de promotie van Johan de Booses boek georganiseerd.

Melancholie

"Als gevolg van het mislukken van het debat over de grondwet zal de overheid in Bosnië en Herzegovina nog machtelozer blijven dan hij (sic) al is. Maffia-achtige nationalisten, dubieuze religieuze leiders en door tycoons omgekochte politici krijgen daarmee nog meer speelruimte om machteloze, arme, aan willekeur overgeleverde mensen nog verder te manipuleren. De EU en Carl Bildt hebben daarmee helaas een kans verspeeld. De enige hoop is nu nog gevestigd op de burgermaatschappij in ontwikkeling, de VS en het Bosnische nationale voetbalelftal, dat, zonder gekheid, met een kwalificatie voor het WK voetbal een groot aantal zaken zou kunnen veranderen."
Zo eindigt een somber artikel van Balkan-correspondent Erich Rathfelder in Die Tageszeitung. Na gisteravond is er een extra reden tot somberheid, want Bosnië heeft het WK voetbal helaas niet gehaald, op het nippertje niet. Ik zat met bier en chips op de bank, hopend op een goede afloop. De ambiance in Zenica, een industriestad in het hart van Bosnië, was heel anders dan vorige week in Lissabon. Het veld was modderig, er hing een lichte mist, op de achtergrond schemerde een flatgebouw uit Tito's tijd. Kortom, een typische scene uit de Kroatische en Bosnische voetbalcompetitie. Omwonenden staan met een biertje bij de roštilj (barbecue) op hun balkon en loeren zo het stadionnetje in. Het handjevol supporters zit vlakbij de microfoon van de commentator. Thuis kun je, als er wordt gescoord, de afzonderlijke stemmen van de juichende supporters onderscheiden. Ik word daar altijd ontzettend melancholisch van.
Over Bosnische stadions gesproken: weinig stadions zijn zo getekend door verdriet als het stadion in Sarajevo. Gedwongen door ruimtegebrek en sluipschutters werd het voetbalveld gebruikt als begraafplaats.


Vukovar

Vandaag is het achttien jaar geleden dat Vukovar in handen viel van het Servische leger, hoewel dat officieel nog het Joegoslavische Volksleger heette. Ook vorig jaar en het jaar daarvoor besteedde ik daar aandacht aan. Dit is alweer de derde maal dat ik de kaarsen langs de Vukovarstraat in Zagreb fotografeerde.

Al is de ceremonie elk jaar min of meer dezelfde, de duizenden kaarsen blijven een indrukwekkend gezicht. Wel leken er veel minder te staan dan eerdere jaren. Herdenkingsmoeheid?

Een ander - nogal banaal - verschil met twee jaar geleden is de temperatuur. Toen lag er, zoals je hieronder ziet, een laag sneeuw. Gisteravond was het maar liefst achttien (18) graden.

Babies and birds

Lately I don't have much time to write posts for my blog, but I want to take away the impression that Croatian Crescent is dead. The easiest and fastest thing to do is to refer to other sources with interesting stories, and that's precisely what I am going to do.
Babies first. The Economist writes about alarming demographic trends in several Balkan countries. I have earlier paid some attention (Dutch) to Croatia's declining population, despite the strong position of the Catholic church and despite president Mesić's repeated calls for the return of Croatian Serbs.
Next birds. The Daily Telegraph ran an interesting article on griffon vultures on the Croatian island of Cres. "Griffon vultures are extinct in many European countries and are endangered in Croatia, but this sanctuary at the picturesque village of Beli has rescued, healed and released 95 birds since it was set up in 1993." Beli is picturesque, I can tell, as I visited it earlier this year.
Unfortunately, for some reason the vultures in the sanctuary were stressed out and the people working there (often volunteers) advised me not to approach them, so all I saw was a shadow in the distance.
Speaking of birds and babies, Croatia has a huge population of stokes. I took these pictures in Križevci, a pleasant town north-east of Zagreb.