Voordat de burgeroorlog uitbrak, woonden in het Bosnische Mostar moslims, Kroaten en Serviërs. De laatsten zijn inmiddels zo goed als verdwenen en tussen de moslims en Kroaten botert het niet echt. De stad wordt in tweeën gesneden door de rivier Neretva. De Kroaten wonen vooral op de westelijke oever en de moslims op de oostelijke, maar er zijn natuurlijk uitzonderingen. Dit voorjaar huurde ik voor een paar dagen een kamer bij een gezin op de (Kroatische) westoever en vroeg met welke munt ik moest betalen: Kroatische kuna of Bosnische mark. "Met Bosnische mark natuurlijk, dit is Bosnië", zei de vrouw terwijl we op haar balkon een glas sap en cake nuttigden. Maar voor veel van haar buren is dat niet zo vanzelfsprekend.
Mocht zij Kroatisch zijn, dan is ze van het soort waar Mostar grote behoefte aan heeft. Veel Bosnische Kroaten balen er namelijk van dat ze in dezelfde republiek wonen als de meeste moslims (de Bosnische Serviërs hebben hun eigen republiek, Republika Srpska) en steken weinig energie in het verbeteren van de onderlinge verhoudingen. In 2000 bouwden ze bijvoorbeeld een enorm katholiek kruis op dezelfde heuvel vanwaar de moslims in de oorlog werden beschoten, eerst door Servische en later door Kroatische troepen.
Het concert dat de Kroatische zanger Thompson (echte naam: Marko Perković) vorige week in Mostar gaf, zorgde opnieuw voor verhitte gemoederen. Thompson, de naam is ontleend aan een Amerikaans machinepistool, is een controversiële maar erg populaire figuur in Kroatië. Zijn songs staan bol van het Kroatische nationalisme en zijn fans dragen vaak kleding met fascistische opschriften. Om die reden zijn Thomspsons concerten verboden in Nederland en Sarajevo. Zelfs spreekt hij liever over de "universele menselijke waarden" in zijn teksten: liefde voor God, het vaderland, vrienden en gezin.
Ondanks protest van de Mostarse moefti en joodse organisaties vond het concert gewoon plaats. De Bosnische kranten schreven er op hun eigen wijze over: "Openlijke manifestatie van Kroatisch fascisme" (Dnevni avaz) of "Bespottelijke beschuldigingen van de moefti" (Dnevni list). Thompson zelf legde tijdens het concert alvast de basis voor een nieuwe controverse: "Wij gaan met z'n allen naar Sarajevo" riep hij tegen het publiek. "Dat is ook onze stad, ook een Kroatische stad."
Mocht zij Kroatisch zijn, dan is ze van het soort waar Mostar grote behoefte aan heeft. Veel Bosnische Kroaten balen er namelijk van dat ze in dezelfde republiek wonen als de meeste moslims (de Bosnische Serviërs hebben hun eigen republiek, Republika Srpska) en steken weinig energie in het verbeteren van de onderlinge verhoudingen. In 2000 bouwden ze bijvoorbeeld een enorm katholiek kruis op dezelfde heuvel vanwaar de moslims in de oorlog werden beschoten, eerst door Servische en later door Kroatische troepen.
Het concert dat de Kroatische zanger Thompson (echte naam: Marko Perković) vorige week in Mostar gaf, zorgde opnieuw voor verhitte gemoederen. Thompson, de naam is ontleend aan een Amerikaans machinepistool, is een controversiële maar erg populaire figuur in Kroatië. Zijn songs staan bol van het Kroatische nationalisme en zijn fans dragen vaak kleding met fascistische opschriften. Om die reden zijn Thomspsons concerten verboden in Nederland en Sarajevo. Zelfs spreekt hij liever over de "universele menselijke waarden" in zijn teksten: liefde voor God, het vaderland, vrienden en gezin.
Ondanks protest van de Mostarse moefti en joodse organisaties vond het concert gewoon plaats. De Bosnische kranten schreven er op hun eigen wijze over: "Openlijke manifestatie van Kroatisch fascisme" (Dnevni avaz) of "Bespottelijke beschuldigingen van de moefti" (Dnevni list). Thompson zelf legde tijdens het concert alvast de basis voor een nieuwe controverse: "Wij gaan met z'n allen naar Sarajevo" riep hij tegen het publiek. "Dat is ook onze stad, ook een Kroatische stad."