Kroatisch Historisch Museum en Stadsmuseum

Talloze straten, pleinen en parken in Zagreb zijn vernoemd naar vooraanstaande figuren uit de Kroatische kunst, cultuur, politiek en wetenschap. Een bezoek aan het Kroatisch Historisch Museum (Hrvatski Povijesni Muzej) om erachter te komen wie wat voor Kroatië heeft betekend, leek daarom een goede gedachte. Samen met twee andere geïnteresseerden in de geschiedenis van dit land betrad ik het museum, dat in een paleis uit de achttiende eeuw is gevestigd. 's Weekends zijn de meeste musea in Zagreb slechts van 10.00 tot 13.00 uur open, en we vroegen ons af of het zou lukken om de hele collectie in een paar uur te zien. Discussies op de Balkan over welk volk recht heeft op welk stuk land gaan niet zelden terug tot de zesde eeuw, toen de oprukkende Slaven de Illyriërs onder de voet liepen. De Illyriërs hadden zich ondanks voortdurende aanvallen van buitenaf ruim 1500 jaar op de Balkan weten te handhaven, eerst als een verzameling van grotere en kleine koninkrijken en vanaf ongeveer de tweede eeuw voor Christus als onderdeel van het Romeinse rijk. De Slaven slaagden er echter in de Illyrische taal en cultuur in het grootste deel van de Balkan te verdringen. Slechts de Albanezen wisten aan de Slavische overheersing te ontsnappen, waardoor zij vaak als afstammelingen van de oude Illyriërs worden beschouwd. Hun taal vormt dan ook een aparte tak van de Indo-Europese taalfamilie, en is niet verwant aan een andere moderne taal. De Kroaten die van de Hongaarse overheersing afwilden en één staat voor alle Zuid-Slaven nastreefden, verenigden zich in 1830 vreemd genoeg onder de naam "Illyrische beweging". Hoe dan ook, 1848 leek een goed jaar voor de Illyrianisten. De nationalistische revolutie in Hongarije joeg de Oostenrijkers schrik aan en zij drukten samen met de Kroaten, die werden aangevoerd door de Illyrianist Josip Jelacic (zie foto), de Hongaarse opstand de kop in. De Zuid-Slavische staat kwam met deze overwinning echter geen stap dichterbij, want daarna kwamen de bevelen uit simpelweg Wenen in plaats van uit Boedapest - tot 1867, toen als gevolg van de "Ausgleich" het continentale deel van Kroatië weer door Hongarije werd bestuurd. Kortom, genoeg materiaal voor een museum, zeker omdat Kroatië, voordat het in 1991 echt onafhankelijk werd als Republiek Kroatië, nog diverse andere namen heeft gedragen: Koninkrijk van Serven, Kroaten en Slovenen (1918-1929), Koninkrijk Joegoslavië (1929-1941), Onafhankelijke Staat Kroatië (1941-1945), Socialistische Federale Republiek Joegoslavië (1945-1991).
Voordat we tegen betaling van 5 kuna (70 eurocent) het pad van Kroatiës geschiedenis konden gaan volgen, was er een klein oponthoud in de vorm van een tentoonstelling over een kasteelruïne in de buurt van Osijek, Grad Ruzica genaamd. We beenden snel door de twee zaaltjes die daaraan waren gewijd. Omdat de permanente tentoonstelling niet zo gauw konden vinden, vroegen we aan de balie waar deze zich bevond. De baliemedewerkers hadden het toch niet druk, want getalsmatig waren zij even groot als het totaal aantal museumbezoekers (drie). Een impressie van het gesprek dat wij in ons beste Kroatisch voerden:
- "Goedendag. Wij zijn op zoek naar de collectie Kroatische geschiedenis."
- "Die bevindt zich hier."
- "Mooi! Kunt u ons wijzen waar we heen moeten?"
- "Hier rechtdoor"
- "Daar zijn wij net geweest. Daar is de tentoonstelling over het kasteel. Wij zoeken de echte collectie, de permanente tentoonstelling."
- "Er is geen permanente tentoonstelling. De tentoonstelling over Grad Ruzica is alles wat er is."
De medewerkers, die ons overigens zeer vriendelijk te woord stonden, wezen naar een computer:
- "Daar vindt u alles over onze collectie."
Wij raadpleegden de computer en zagen dat het Kroatisch Historisch Museum tientallen vlaggen in bezit heeft, evenals onafhankelijkheidsverklaringen, religieuze documenten, schilderijen van belangrijke Kroaten, enzovoort. Bovendien blijkt het Kroatisch Historisch Museum te zijn gefuseerd met het Museum voor de Revolutie en het Museum voor de Nationale Kroatische Geschiedenis, wat tot een flinke uitbreiding van de collectie moet hebben geleid.
- "Hier staat dat uw museum tientallen vlaggen heeft. Kunnen we die zien?"
- "Nee, helaas niet. Alles ligt in het depot. Zoals we zeiden: er is geen permanente tentoonstelling. We hebben wel deze catalogus van vlaggen."
Uit een kast werd een aantal boeken gehaald die alle twijfels wegnamen over de veelzijdigheid van de collectie in het depot, maar de medewerkers hebben inmiddels wel in de gaten dat dit niet echt is waarvoor we gekomen zijn. Ze raden ons aan het Stadsmuseum (Muzej grada Zagreba) te bezoeken, dat op een steenworp afstand ligt.
Dat was geen slecht advies. In twee uur wandel je door de geschiedenis van Zagreb: van de oudste prehistorische vondsten tot het bezoek van Paus Johannes Paulus aan de stad in 1994. Natuurlijk, vergeleken met het Amsterdams Historisch Museum vallen de meeste stadsmusea tegen, maar afgezet tegen Kroatisch Historisch Museum was het een verademing. Bovendien, zo bleek, telde Zagreb aan het einde van de negentiende eeuw niet meer dan 30.000 inwoners en voor een stad van zo'n beperkte omvang heeft het een alleszins interessante geschiedenis. In de daaropvolgende vijftig jaar vertienvoudigde de bevolking maar liefst, waarna zij tussen 1945 en begin jaren zeventig verdubbelde tot ruim 600.000 inwoners. Met die kennis kijk je toch anders naar de eentonige hoogbouw die grote delen van Zagreb bepaalt.
De belangrijkste algemene informatie wordt in het Kroatisch, Duits en Engels gegeven; de informatie bij de afzonderlijke objecten is alleen in het Kroatisch. De teneur van de berichtgeving over de Tweede Wereldoorlog is gezien Kroatiës rol daarin altijd interessant, maar ook in dit opzicht valt het museum mee. De wandaden van de Ustase worden niet bepaald breed uitgemeten, maar een ouderwetse radio die zowel een toespraak van Adolf Hitler als Ante Pavelic laat horen kom je ook niet elke dag tegen. Kortom, wie iets van de geschiedenis van Kroatië of Zagreb wil weten, kan het Kroatisch Historisch Museum overslaan en beter een bezoek brengen aan het Stadsmuseum.

Begraafplaats Mirogoj

Een van de mooiste openbare ruimtes in Zagreb is de begraafplaats Mirogoj, ontworpen door de achitect Herman Bolle. Eigenlijk is Mirogoj meer dan dat: het is een park, een openluchtmuseum van de moderne Kroatische geschiedenis, een beeldentuin en een begraafplaats tegelijk. Zo'n beetje iedereen die ertoe deed in de Kroatische politiek en cultuur van de afgelopen eeuw ligt hier begraven.
Wie vanaf Trg Bana J. Jelicica tram 8 of 14 richting Mihaljevac neemt, bij de vierde halte (Gupceva zvijezda) uitstapt en een minuut of tien de Mirogojska cesta volgt, ziet vanzelf aan zijn rechterhand een enorme muur met groene koepels opdoemen. Vlakbij de hoofdingang, aan de buitenkant van de begraafplaats, staan stalletjes waar kaarsen, bloemen, kransen, en alles wat men verder op graven pleegt te zetten, gekocht kunnen worden. De hoofdingang wordt gevormd door een soort Griekse portaal die in de muur is gebouwd, met direct daarachter een kerk. Aan de buitenmuur van de kerk is een buste van Bolle bevestigd. Hij begon in 1879 met de bouw die tot 1929 zou duren; tevens het jaar van zijn overlijden. De binnenzijde van de muur is in feite een gigantische galerij met de grafmonumenten van de belangrijkste Kroaten. Veel graven zijn versierd met beelden, lantaarns, inscripties, enzovoort.
Helaas kon ik geen nergens een informatiepunt vinden of een plattegrond, zodat ik bijvoorbeeld het graf van de politicus Stjepan Radic (die in 1928 tijdens een parlementszitting in Belgrado werd neergeschoten en kort daarna aan de verwondingen overleed) of de schrijver Miroslav Krleza niet heb gezien. Ernaar zoeken is vanwege de enorme omvang van Mirogoj zo goed als zinloos. Naar sommige graven en monumenten hoef je niet te zoeken omdat ze dominant aanwezig zijn, zoals het graf van oud-president Tudjman (zie "Tudjman en Milosevic"). Bij diens graf begint een breed pad dat het kerkhof in tweeën deelt.
Halverwege staat een groot kruisbeeld en aan het einde een monument voor de Kroatische soldaten die in de Eerste Wereldoorlog gesneuveld zijn. Formeel maakte Kroatië tijdens die oorlog nog deel uit van het Habsburgse rijk, wat slecht uitkwam omdat de Dubbelmonarchie een van de aanstichters van de oorlog was. Italië was in 1915 door de geallieerden de oorlog ingelokt met de belofte dat het na afloop een fikse hap uit het Adriatische gedeelte van het Habsburgse rijk, alias Kroatië, mocht nemen. Na eeuwenlange overheersing door de Habsburgers hadden de Kroaten weinig zin in Italiaanse bemoeienis, en dus drongen zij bij de geallieerden aan op één staat voor de Zuid-Slaven: het Koninkrijk van Serven, Kroaten en Slovenen. Servië, dat toen al geruime tijd zelfstandig was maar allang een Zuid-Slavische staat nastreefde, werd geregeerd door koning Peter I, die in 1918 tevens koning van de Kroaten en Slovenen werd.
De liberale Peter I - hij vertaalde al in 1868 John Stuart Mills On Liberty in het Servisch - werd door zijn hoge leeftijd en slechte gezondheid ertoe gedwongen zijn zoon Alexander I tot regent van het nieuwe, grotere koninkrijk te benoemen. Drie jaar later, in 1921, promoveerde Alexander I wegens het overlijden van zijn vader van regent tot koning. Onder zijn bewind staken tal van problemen de kop op, waaronder de moord op het Kroatische parlementslid Stjepan Radic. Als reactie op deze moord trokken de Kroatische afgevaardigden zich terug uit het parlement, waarop een politiek patstelling ontstond. Uit onvrede over deze politieke verlamming vestigde Alexander in 1929 een koninklijke dictatuur. Omdat hij schoon genoeg had van de etnische twisten verruilde hij het Koninkrijk van de Serven, Kroaten en Slovenen voor Joegoslavië (jug = zuid). Dat zette kwaad bloed bij veel Kroaten, en in 1934 werd Alexander in Parijs vermoord door een lid van de Kroatische terroristische organisatie Ustasa. De Ustase (rebellen, opstandeling) streefden een onafhankelijk Kroatië na en lieten zich inspireren door het Italiaanse fascisme. Het kwam hun goed uit dat de Duitsers en Italianen in 1941 Joegoslavië binnenvielen en opdeelden. De leider van de Ustase, Ante Pavelic, werd het hoofd van de Onafhankelijke Staat Kroatië en leidde een meedogenloze uitroeiingscampagne tegen voornamelijk Serviërs, en daarnaast tegen joden, zigeuners en antifascistische Kroaten, waarvan het vernietigingskamp Jasenovac een berucht symbool is geworden. Pavelic' doel was om een derde van de Serviërs uit te roeien, een derde te verdrijven, en een derde tot het katholicisme te bekeren. Nota bene Hitler zelf had grote twijfels aan de haalbaarheid van dit plan, waarvan uiteindelijk alleen het eerste deel is uitgevoerd en wel op zo'n manier dat de Duitse leiding in Kroatië rapporten stuurde naar Berlijn waarin ze hun verbijstering tonen over de ongelofelijk wreedheden van de Ustase. Hoeveel mensen er precies in Jasenovac zijn vermoord, is nooit vast komen te staan. De schattingen lopen uiteen van 300.000 tot 800.000, maar de meeste niet-Servische en niet-Kroatische historici houden het op een half miljoen slachtoffers. Dr. Franjo Tudjman - naast Kroatiës eerste president ook historicus - kwam echter met berekingen waaruit bleek dat in Jasenov slechts 30.000 tot 60.000 mensen waren omgekomen. Ook stelde hij het aantal joodse Holocaust-slachtoffers naar beneden bij tot minder dan een miljoen. Het gescherm met aantallen heeft op de Balkan altijd een politieke betekenis en dat geldt zeker ook voor de doden die gevallen zijn tijdens de Bleiberg-slachting.
Toen de Onafhankelijk Staat Kroatië instortte, sloegen veel Ustase en Kroatische burgers op de vlucht voor de naderende partizanen van Jozip Broz Tito. Die namen in mei 1945, voornamelijk op Sloveens grondgebied, wraak voor de wandaden van de Ustase; vaak zonder te vragen of je bij de Ustase gezeten had. De grootste slachting had plaats bij Bleiburg, een Oostenrijks-Sloveens grensdorp. De schattingen van het aantal doden loopt uiteen van 50.000 tot 200.000. Meestal komt het gemiddelde het dichtst bij de werkelijkheid. Schuin achter het Bleiburg-monument ligt een veldje dat is gewijd aan Duitse soldaten die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen. Eigenlijk is het veldje een massagraf, want op het handjevol grafstenen staan honderden namen.

Gratis naar de film

Omdat sommige medestudenten uit Finland komen en Tuskanac deze week eigentijdse Finse films draait, zijn we naar "The Best Mum" gegaan. Zowel de bioscoop als de film overtrof de verwachtingen. Tuskanac staat op loopafstand van Trg Bana J. Jelicica en heeft erg comfortabele stoelen. De voorstellingen zijn gratis, maar je moet aan de kassa wel even een kaartje halen. Op het doek loopt een Engelse ondertiteling mee. Daaronder hangt een klein scherm waarop de Kroatische ondertitels verschijnen. Prettig en professioneel.
"The Best Mum" is een hartverscheurend drama uit 2005 over een Fins jongetje, Eero geheten, van ongeveer tien jaar dat tijdens de Tweede Wereldoorlog door zijn moeder naar Zweden wordt gestuurd uit angst voor de dreigende Russische inval. Zijn vader is als soldaat gesneuveld. Hij komt terecht in een Zweeds gastgezin, maar het botert niet echt tussen Eero en zijn tijdelijke moeder Signe. Zij is verbitterd door de verdrinkingsdood van haar dochtertje en had gehoopt op een Fins meisje dat de plaats van haar dochtertje had kunnen innemen. Ze botviert haar teleurstelling op Eero, die een paar keer tevergeefs probeert terug te reizen naar Finland. Na verloop van tijd verbetert de verstandhouding tussen Eero en Signe en begint hij zich thuis te voelen in het gastgezin. Ondertussen gebruikt zijn Finse moeder haar vrijheid om diverse relaties te beginnen. Zij is niet geïnteresseerd in de terugkeer van haar zoon - totdat ze door haar zoveelste vriend in de steek wordt gelaten en de oorlog afgelopen is. Zij eist dat Eero terugkomt naar Finland, waarmee zij het Zweedse gezin uiteenscheurt.

Tudjman en Milosevic

Nu we weten hoe de Servische oud-president Slobodan Milosevic erbij ligt in zijn geboorteplaats Pozarevac, leek het me aardig het graf van Franjo Tudjman te bezoeken, die in 1999 zijn laatste adem uitblies en onder massale belangstelling van de bevolking werd begraven. Zou Tudjman nog hebben geleefd, dan was er een goede kans dat hij zijn dagen nu in een Scheveningse cel sleet. Wat zijn rol in de Joegoslavische burgeroorlog was, is nog niet zo nauwkeurig onderzocht als die van Milosevic, maar zijn "afspraak" met Milosevic over de splitsing van Bosnië in een Servisch en Kroatisch deel geeft te denken.
Ook Tudjmans opmerking dat zijn vrouw "gelukkig geen jood of Serviër is" en de herintroductie van de kuna als de Kroatische munteenheid maakt het moeilijk veel sympathie voor de man te hebben. De kuna was namelijk tijdens de Tweede Wereldoorlog het wettige betaalmiddel in de door de fascisten (Ustase) geregeerde Onafhankelijk Staat Kroatië (Nezavisna Drzava Hrvatska). Veel Kroaten herinneren zich Tudjman echter vooral als de man die in 1995, samen met de inmiddels in Scheveningen verblijvende generaal Ante Gotovina, erin slaagde zowel de Servische (para)militairen als de meeste Servische burgers uit Kroatië te verdrijven.
Tudjman ligt niet in een praalgraf, maar vergeleken met het eenvoudige graf van Milosevic onder een lindeboom ligt hij er groots bij. Voor de bezoeker van de begraafplaats is het graf van Tudjman niet te missen, want het ligt pal achter de kerk die de entree domineert. Het opschrift luidt: "De eerste president van de Republiek Kroatië". Elders op de steen staat een citaat van Tudjman: "Altijd en alles voor Kroatië, maar ons enige en eeuwige Kroatië om niet".

Medvednica

Gisteren zijn we met een groepje naar het gebergte en natuurpark Medvednica geweest, vlak ten noorden van Zagreb, waarvan Sljeme met 1033 meter de hoogte top is. Voor anderhalve euro kun je een retourtje met de kabelbaan naar Sljeme kopen.
Na 25 minuten sta je dan aan de top, waar volop wordt geskied. 's Zomers schijn je in Medvednica schitterende wandelingen te kunnen maken, maar in de winter is er voor niet-skiërs niet zo vreselijk veel zoeken, want zonder ski's de hellingen verkennen is ondoenlijk. Met het bezoeken van de diverse middeleeuwse versterkingen wacht ik daarom tot het voorjaar. Vanaf Sljeme is van de stad niet veel te zien, maar het uitzicht over de noordelijke uitlopers van Medvednica is de moeite waard.

Straatbeeld

In Zagreb bepalen een aantal zaken het straatbeeld die de doorsnee Nederlander onmiddellijk opvallen.

Kiosken. Op elke straathoek en bij elke tram- of bushalte staat ten minste één kiosk; bij de drukkere tramhaltes staan er soms drie naast elkaar. Ze verkopen allemaal dezelfde kranten en tijdschriften, dezelfde sigaretten, dezelfde batterijen, dezelfde prepaidkaarten en hetzelfde snoep. Ze verschillen alleen in het humeur van de verkoopster. Zeker de helft van de mensen die achter een kassa, loket of balie werkt, is ronduit chagrijnig. Ik begrijp dat het niet eenvoudig is om van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat tegen je klanten te glimlachen in je winkeltje van een paar vierkante meter, maar geef mij niet de indruk dat ik geluk heb om iets van je te mogen kopen. Dan ga ik wel naar het volgende winkeltje.

Bakkerijen. Hiervoor geldt in grote lijnen hetzelfde als voor de kiosken. Daarnaast onderscheiden ze zich door de hoeveelheid gesmolten kaas op een warm broodje.

Pinautomaten. Als de hoeveelheid pinautomaten een graadmeter was van de nationale welvaart, dan was Kroatië een steenrijk land. Zagreb is ervan vergeven. Wie pint bij de Zagrebacka Banka ontvangt trouwens eerst zijn geld en krijgt pas daarna zijn bankpas terug. Wie gewend is aan de omgekeerde volgorde, zoals ik, loopt gedachteloos weg met zijn stapeltje kunabiljetten en zonder zijn bankpas. Gelukkig was de volgende klant zo attent mij achterna te hollen. Sinds dat akkefietje mijd ik uit voorzorg de automaten van de hoofdstedelijke bank.

Tramhaltes. Zagreb beschikt over een uitgebreid tramnetwerk en je hoeft overdag nooit lang op een tram te wachten, al was het maar omdat er flink wat overlap in de lijnen zit. Misschien overdrijf ik als ik zeg dat er elke honderd meter een halte is, maar veel zal het niet schelen.
Na middernacht ben je aangewezen op de vier nachtlijnen of op de bus. Voor minder dan 8 euro kun je een maandkaart voor de tram kopen. Die aanschaf is in een mum van tijd terugverdiend, want een los tramkaartje kost bijna 1 euro. Vervelend is dat de trambaan vaak ook een rijstrook voor het autoverkeer is, waardoor je in sommige delen van de stad bij erg slecht weer of grote drukte alsnog in de file staat. Wie niet bekend is in Zagreb kan maar beter voorin de tram gaan zitten, want de haltenaam staat steevast op een witte zuil aan het uiterste einde van de halte en wordt om onduidelijke redenen niet in de wachthokjes vermeld. Overigens is het niet uitzonderlijk als ook de witte zuil met de haltenaam ontbreekt en er slechts een blauw bordje met de woorden "Stajaliste tramvaja" aan een lantarenpaal is bevestigd. Een dienstregeling bestaat hier niet: er wordt alleen gemeld dat bijvoorbeeld lijn 11 tussen 04.45 en 23.18 elke 5 tot 16 minuten komt.

Supermarkten alias Konzums. Zagreb telt een waanzinnig groot aantal vestigingen van de Konzum-keten, die in grootte variëren van een avondwinkel tot een zogeheten Super Konzum - zeg maar een fikse Albert Heijn. Je moet echt zoeken naar een andere supermarkt. Een goede uitwijkmogelijkheid is het Duitse Kaufland, die een enorme keus biedt aan thee, koffie, wijn, enzovoort, en ook allerlei huishoudelijke apparaten in zijn assortiment heeft. Helaas is het aantal Kaufland-vestigingen nog klein.

Stoplichten. Zelfs op onbeduidende kruispunten staan stoplichten. Voetgangers wachten verrassend braaf op het groene licht, maar dat heeft waarschijnlijk meer met angst voor de voortjakkerende auto's te maken dan met plichtsbesef.

Apotheken. Als het aantal apotheken een graadmeter was voor de gezondheid van een natie, dan was Kroatië op sterven na dood. Ik heb me laten vertellen dat de Kroatische wet een bepaalde minimale afstand tussen de apotheken voorschrijft, maar die afstand lijkt me aan de korte kant.

Boekhandels. Alleen al aan het belangrijkste plein - Trg Bana J. Jelecica, ofwel het plein dat is genoemd naar de Kroatische gouverneur en legeraanvoerder Josip Jelacic die in 1848 de Oostenrijkers bijstond in het neerslaan van de Hongaarse opstand - zijn een stuk of vijf boekhandels gevestigd, en in de winkelstraten daaromheen nog veel meer. Gezien de prijs van het gemiddelde boek is dat een wonder, want de minimumprijs voor een beetje boek is 25 euro. Wie van boeken houdt, kan beter afreizen naar Belgrado, want voor hooguit 5 euro schaf je daar hetzelfde boek aan. Ook voor wie Kroatisch vanuit een andere taal dan Duits wil leren, is een bezoek aan Belgrado de moeite waard. De Zagrebse boekhandels puilen uit van de Duits-Kroatische woordenboeken, in alle soorten en maten, terwijl de keuze in Engels-Kroatisch beperkt is. Ik vermoed dat dat - naast de traditionele voorliefde van de Kroaten voor Duitsland - komt doordat hier, in tegenstelling tot Servië, alle woordenboeken Engels-ServoKroatisch van de planken gehaald zijn. Of, zoals in de inleiding van mijn grammaticaboek staat: "Confusion between the Croatian and Serbian languages began in our century [de 20ste eeuw], when unitaristic forces within the Yugoslav government attempted to create a lingua communis for all of Yugoslavia. (...) Despite all presures from the centralist Yugoslav government, Croats continued to cultivate and today still cultivate their language in accordance with its natural development." Gelukkig maar dat centrifugale krachten een einde aan dat unitarisme hebben gemaakt, want anders was de Kroaat, zoals de Serviër nog altijd doet, in de zomermaand "avgust" met een "avion" opgestegen van de "aerodrom", terwijl hij nu in "kolovoz" naar volle tevredenheid met een "zakroplov" van de "zracna luka" vertrekt.

Culturele instellingen. Over de kwaliteit kan ik (nog) niet oordelen, maar kwantitatief bekeken is Zagreb een lustoord voor cultuurliefhebbers. Er zijn 16 theaters, ruim 20 musea en vele tientallen galeries. Bij het bureau voor toerisme op Trg Bana J. Jelecica is maandelijks een gratis boekje verkrijgbaar waarin alle evenementen en tentoonstellingen van die maand staan opgesomd. In het boekje staat ook de filmkalender van de Tuskanac Cinema Hall, een bioscoop die vooral buitenlandse films met Kroatische ondertiteling draait. In maart staan Duitse avant-garde films en eigentijdse Finse films centraal. Alle voorstellingen zijn gratis toegankelijk.

Auto's. Wie op een andere manier dan in een auto aan het verkeer deelneemt, telt niet mee. Alleen in het autoloze gebied rondom Trg Bana J. Jelecica maken voetgangers de dienst uit. In andere delen van de stad zijn ze vaak veroordeeld tot het gebruik van de rijweg, omdat de trottoirs als parkeerplaats worden gebruikt. De afwatering is op zijn zachtst gezegd niet ideaal en in de verzakkingen van het wegdek blijft lang water staan, waardoor je voortdurend het gevaar loopt besmeurd te worden door opspattend water. Fietsers zie je hier nauwelijks, hoewel de stad op zichzelf prima geschikt is voor de fiets: weinig hellingen en sneller dan de tram. Maar het ontbreken van fietspaden en het gedrag van de gemiddelde automobilist maakt fietsen hier lastig.

Onderdak

Toen ik in Zagreb arriveerde, wist ik niet veel meer dan dat ik drie nachten in een soort hostel zou verblijven en dat ik de eerstvolgende maandag om 9.00 uur in lokaal A114 van de Universiteit van Zagreb (faculteit Filosofie) moest zijn. Mijn eerste zorg was het vinden van betaalbaar onderdak voor de langere termijn, wat in Zagreb vooral een kwestie van via-via is. Alleen, ik kende op één medestudente na hier geen mens. Zonder contacten ben je hier aangewezen op bemiddelingsbureaus - die zich niet vreselijk voor je inspannen - en op de particuliere advertenties in het krantje Oglasnik. Die particulieren zijn alleen per telefoon bereikbaar, wat nogal lastig is als je de taal niet of nauwelijks spreekt. Nadat ik een piepklein appartement in zo'n typisch socialistisch flatgebouw in een buitenwijk kreeg aangeboden, leek het mij wijzer de eerste collegedag af te wachten en te zien of mijn medestudenten raad wisten. Na wat rondvragen bleek dat er twee kamers leegstonden in een nieuw en schoon appartement in de wijk Dubrava.

Ik woon nu weliswaar niet heel dichtbij het centrum, maar op loopafstand zijn een tramhalte, drie supermarkten - waaronder de alomtegenwoordige Konzum - en een markt met honderden kraampjes waar van alles en nog wat verkocht wordt. Die markt wordt gehouden op een terrein waarmee de stad Zagreb plannen heeft, en uit angst voor ontruiming bemannen de kooplui 's nachts bij toerbeurt het marktterrein. Ideaal voor wie in het holst van de nacht nog wat te eten of te drinken wil kopen. Iets verder weg is de begraafplaats Mirogoj, waar beroemde en beruchte Kroaten als Miroslav Krleza, Franjo Tudjman en Stjepan Radic begraven liggen.